Resolutie 64 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 64
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 28 december 1948
Nr. vergadering 395
Code S/RES/64
Stemming
voor
8
onth.
3
tegen
0
Onderwerp Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
Beslissing Eis tot vrijlating gevangenen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1948
Permanente leden
Niet-permanente leden
Militairen van de genie bij een kapotte brug tijdens de eerste politionele actie.

Resolutie 64 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd eind december 1948 aangenomen. Het was de eerste van twee resoluties die dag. Acht leden van de Veiligheidsraad stemden voor. Geen stemden tegen en drie, namelijk België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, onthielden zich.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tijdens het gewelddadige conflict tussen Nederland en Indonesië, dat onafhankelijkheid nastreefde, kreeg Nederland de internationale gemeenschap tegen zich.

Bij de inname van de stad Yogyakarta namen de Nederlandse troepen de president, vicepresident en op zes na alle ministers van de zelfverklaarde Republiek Indonesië gevangen.

De VN-Veiligheidsraad eiste hun vrijlating en het staken van het geweld. Aan die tweede eis werd kortelings later voldaan maar de gevangenen bleven vastgehouden.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Merkt op dat Nederland de president van Indonesië en de andere politieke gevangenen nog steeds niet heeft vrijgelaten, zoals geëist in resolutie 63.
  • Roept de Nederlandse overheid op deze politieke gevangenen onmiddellijk vrij te laten en binnen de 24 uren aan de Veiligheidsraad te rapporteren over de toepassing van deze resolutie.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 63 op de Engelstalige Wikisource.