Zilver(I,III)oxide

Zilver(I,III)oxide
Structuurformule en molecuulmodel
 Ag(I)
 Ag(III)
 O
Zilver(I,III)oxide
Algemeen
Molecuulformule
IUPAC-naam Zilver(I,III)oxide
Andere namen Tetrazilvertetroxide, zilverperoxide, argenticoxide, zilversuboxide, Divasil, tetrazilvertetraoxide
Molmassa (AgO): 123,87 g/mol
SMILES
[Ag]O[Ag].O=[Ag]O[Ag]=O
CAS-nummer 1301-96-8
EG-nummer 215-098-2
PubChem 44150047
Wikidata Q2380600
Beschrijving grijs-zwart poeder
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
OxiderendCorrosiefSchadelijk
Gevaar
H-zinnen H272 - H315 - H319 _ H335
Fysische eigenschappen
Dichtheid 7,48 g/cm³
Smeltpunt (ontleed) 100 °C
Oplosbaarheid in water 0.027 g/L
Goed oplosbaar in alkali
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Zilver(I,III)oxide of tetrazilvertetroxide is de anorganische verbinding met de formule . Tetrazilvertetroxide werd in het verleden ook zilverperoxide genoemd. Dit is niet terecht omdat de verbinding geen peroxide-ionen, bevat.

Synthese[bewerken | brontekst bewerken]

De bereiding van het zout gebeurt door in basisch milieu bij 90 °C langzaam een oplossing van een zilver(I)-zout toe te voegen aan een oplossing van natriumpersulfaat waarbij de donkerbruine stof ontstaat.[1]

[2]

Reacties[bewerken | brontekst bewerken]

In water ontleedt het zout onder vorming van zuurstofgas. In geconcentreerd salpeterzuur lost het op onder vorming van een bruine oplossing die Ag2+-ionen bevat.[3]

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

De stof vindt, vaak onder de naam zilver(II)oxide, toepassing in de zilver-zinkbatterij.

Structuur[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de empirische formule de indruk wekt dat tetrazilvertetroxide zilver met de oxidatiegetal 2+ bevat, is de structuur van de verbinding ongebruikelijk: het is een combinatie van twee zilveroxides met verschillende oxidatiegetallen.[4]

De kristallografische eenheidscel bevat vier zilver- en vier zuurstofionen. Elke eenheidscel bevat twee soorten zilverionen: twee zilverionen die met één zuurstofatoom gekoppeld zijn. Zilver heeft hier oxidatiegetal (1+). De andere twee zilverionen zijn met drie zuurstofatomen gekoppeld, en hebben oxidatiegetal (3+). De verbinding kan daarom beter beschreven worden als of als .[5]

Röntgendiffractie laat zien dat de zilverionen twee verschillende coördinatieomgevingen vertonen: één waarbij zilver lineair vooral met twee zuurstofatomen gekoppeld is en een waarbij de coördinatie uit vier coplanaire zuurstof-atomen bestaat.[1]