Stads- en streekvervoer

Vraagteken
Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel, of het is onvoldoende verifieerbaar gemaakt.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie en pas na controle desgewenst het artikel aan.
Opgegeven reden: Dit betreft geen universeel gebruikte onderverdeling van openbaar vervoer. Relatief korte afstanden is een te vage definitie. Hoort treinverkeer voor vervoer binnen de stad of de streek erbij? Het artikel is hierover momenteel tegenstrijdig met de definitie in de inleiding. Graag enkel landen bespreken waar een dergelijke afbakening officieel gebruikt wordt, en dan de daar gebruikte term en exacte definitie geven.
Dit sjabloon is geplaatst op 12 februari 2023.
Vraagteken

Het stads- en streekvervoer is openbaar vervoer voor relatief korte afstanden.

Vervoermiddelen[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende vervoermiddelen worden ingezet voor het stads- en streekvervoer:

Bovenstaande vervoertechnieken, inclusief de gedecentraliseerde treindiensten en openbaar vervoer te water (snelle veerboten) noemt men in Nederland ook wel regionaal openbaar vervoer. De eerste drie worden wel samengevat met de letters BTM.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Bushalteperron met wielgeleidende trottoirbanden te Groningen

De OV-chipkaart is het landelijke betaalmiddel voor het openbaar vervoer in Nederland. Deze kaart kan worden opgewaardeerd met saldo of worden voorzien van één of meerdere 'reisproducten' (abonnementen, dagkaart, netkaarten).

De volgende artikelen gaan dieper in op het Nederlandse openbaar vervoer:

Vervoerders[bewerken | brontekst bewerken]

Het stads- en streekvervoer in Nederland wordt geëxploiteerd door verschillende vervoerbedrijven.

Onderstaande bedrijven verrichten openbaar vervoer in de regio's die middels een openbare aanbesteding zijn verkregen:

In een aantal steden zijn aparte vervoerbedrijven (al dan niet verzelfstandigd). Onderstaande bedrijven verrichten stadsvervoer in regio's die middels een onderhandse gunning zijn verkregen:

Daarnaast zijn er diverse taxibedrijven die kleinschalig openbaar vervoer uitvoeren (buurtbus e.d.), met name in de provincies Groningen en Drenthe.

Provincies[bewerken | brontekst bewerken]

Artikelen van het stads- en streekvervoer per provincie:

België[bewerken | brontekst bewerken]

Halte van "De Lijn" in Oostkerke.

In België wordt het stads- en streekvervoer uitgevoerd in opdracht van de drie gewesten: het Waals gewest, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vervoerders[bewerken | brontekst bewerken]

Voor De Lijn en TEC rijden ook zogenaamde exploitanten, busbedrijven die ingehuurd worden voor het rijden van ritten. Deze exploitanten (ook wel pachters genoemd) worden vergoed op basis van hun offerte en bepaalde parameters (bijvoorbeeld de evolutie van de loon- en brandstofkosten). Ze zijn niet verantwoordelijk voor de reizigersopbrengst, noch voor de bepaling van de reiswegen, ritten of dienstregeling. Daarom kunnen de exploitanten niet als vervoerder worden gezien.

Kaartsoorten[bewerken | brontekst bewerken]

Bij het Belgisch stads- en streekvervoer wordt gebruikgemaakt van een magneetstripkaarten en de elektronische chipkaart MOBIB. Bij TEC worden op deze kaarten zones ontwaard. Bij de MIVB kennen ze geen zones en worden er ritten ontwaard (wel mag er binnen het uur overgestapt worden). De Brusselse magneetkaart Jump-ticket is ook geldig bij de andere vervoersmaatschappijen, inclusief de spoorwegen, maar enkel binnen de Brusselse agglomeratie. Bij De Lijn maakt men gebruik van een uur-systeem, waarbij bij een overstap na het eerste uur opnieuw betaald wordt. Daarnaast is er de elektronische Brusselse MoBIB Basic kaart die enkel voor ritten bij de MIVB gebruikt kan worden. (De MoBIB-kaart wordt bij De Lijn voorlopig alleen gebruikt voor persoonlijke abonnementen.) Voor 65-plussers die in België wonen waren alle bussen, trams en metro's in België gratis, tot in januari 2015, sindsdien moet men een gereduceerd tarief betalen op voertuigen van De Lijn (Vlaanderen). Ze kregen daartoe een zogenoemde Omnipas 65+ automatisch thuisgestuurd in de maand voor hun 65e verjaardag.

Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]

In Duitsland omvat de term Öffentlicher Personennahverkehr (ÖPNV) ook stoptreinen (Regionalbahn, RB) en sneltreinen (Regional-Express, RE), maar niet IC en ICE. Voor elk van de maanden juni, juli en augustus 2022 is er voor het gehele ÖPNV een uitzonderlijk goedkoop abonnement van €9 voor de gehele kalendermaand gebruikt, het 9-Euro-Ticket. Dit is door de centrale overheid mogelijk gemaakt als lastenverlichting en om het gebruik van het openbaar vervoer te bevorderen, onder meer voor energiebesparing voor zover anders met de auto zou worden gereisd. Het abonnement was ook voor reizigers woonachtig buiten Duitsland te koop. Het abonnement was op de meeste grenstrajecten niet geldig. Per 1 mei 2023 keerde het abonnement terug als het Deutschlandticket. Ditmaal voor €49 per maand.[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]