Slag bij Thapsus

De Slag bij Thapsus, gravure naar Andrea Palladio
Burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar

Corfinium · Brundisium · Massilia · Ilerda · Utica · Bagradas · Dyrrhachium · Pharsalus · Egypte · Zela · Ruspina · Thapsus · Munda

De Slag bij Thapsus vond plaats op 6 april, 46 v.C., en was een slag in de burgeroorlog tussen Julius Caesar en zijn Populares en de conservatieve republikeinen (Optimates) onder leiding van Quintus Caecilius Metellus Scipio en Titus Labienus. Ook andere koningen en lokale patriarchen sloten zich met hun legers bij de pompeianen aan. Aldus slaagden de pompeianen er in om op korte tijd twee volledig uitgeruste legioenen te vormen. Samen met andere eenheden besloeg het pompeiaans-republikeinse leger zo'n 40.000 à 50.000 man, aangevuld met zo'n 60 olifanten.

Aanloop[bewerken | brontekst bewerken]

Caesar zag dat de belangrijkste verbindingslijn van de pompeianen Thapsus was, en daarom probeerde hij hen tot een slag te forceren, door de stad en haven te belegeren, door drie linies van versterkingen in het zuiden te bouwen. De pompeianen werden aldus gedwongen tot een veldslag, en naderden de stad Thapsus via het noorden.

De slag[bewerken | brontekst bewerken]

Caesar zette zijn eenheden op zijn klassieke manier op. Hij voerde de rechtervleugel aan, met het Tiende legioen (Legioen X), terwijl hij zijn ruiterij buiten bereik stelde van het zicht van de pompeianen, om mogelijk hun achterhoede aan te vallen.

Scipio voerde de pompeiaans-republikeinse legers aan. Hij stelde zijn olifanten op de linkervleugel op, tegenover Caesar. Deze laatste had ongeveer vijf cohorten in achterhoede genomen om de olifanten te kunnen afslaan. De slag begon toen de olifanten aanvielen, maar door de verwarring vielen ze niet de rechtervleugel (Caesar) aan, maar het centrum van de caesariaanse eenheden. Deze laatste slaagde erin om zeer dapper door te vechten, en door het afslaan van de olifanten ontstond er chaos. De olifanten keerden terug en richtten zich op de pompeiaans-republikeinse slaglinies. Dit veroorzaakte heel wat slachtoffers en een enorme chaos. Caesar profiteerde hiervan en stuurde zijn cavalerie achter het pompeiaanse leger. Ze vernielden de versterkingen en fortificaties van de pompeianen achter de pompeiaanse legers. Hierop vluchtte koning Juba I en zijn troepen van het slagveld. De uitkomst was nu definitief. Scipio had geen keus. Hij gaf zich met 10.000 van zijn loyaalste mannen over aan Caesar. Deze reageerde heel ongewoon en liet ze allemaal executeren.
Sommige historici menen dat Caesar tijdens de slag een epileptische aanval had gekregen, en dat hij daardoor niet helder bij geest was.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Ook nu slaagden een paar pompeiaanse bevelhebbers, waaronder Labienus en de twee zonen van Pompeius, erin om te vluchten naar Hispania (Spanje). Ze overtuigden de caesariaanse legioenen van hun zaak, waarna ze weer een nieuwe Pompeiaans-Republikeinse opstand konden beginnen, resulterend in de slag bij Munda (45 v.Chr.).