Reinout Bakker

Reinout Bakker in 1974.

Reinout Bakker (Minnertsga, 2 november 1920 - Alicante (Spanje), 25 maart 1987) was een Nederlandse wijsgeer, classicus en protestants theoloog. Aan het einde van de bezetting zat hij ondergedoken om de Duitse arbeidsdienst te ontlopen. Hij werd echter verraden en verbleef dan enige maanden in een kamp te Wilhelmshaven. Na de oorlog voltooide hij zijn studies klassieke talen en theologie in Leiden, Amsterdam en Utrecht. Daarna was hij aanvankelijk leraar klassieke talen en Hebreeuws in Utrecht. In 1954 promoveerde hij bij prof. Johannes Severijn op de veelzijdige Duitse romanticus Carl Gustav Carus. Vanaf 1964 verbonden als hoogleraar filosofie (later inzonderheid de wijsgerige antropologie) aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Zijn wijsgerige belangstellingen waren divers:[1] moraalfilosofie, fenomenologie, existentialisme, structuralisme, humanisme, christendom, medische ethiek, maar ook de studie van de Oude Grieken bleef hij altijd trouw. Een bijzonder engagement legde hij aan de dag voor de fenomenoloog Maurice Merleau-Ponty. Met diens omgang met de wetenschappen voelde Bakker zich erg verwant. Hij vatte Merleau-Ponty's filosoferen blijkbaar op als een vorm van humanisme. Met Kees Kwant en Nico Luijpen behoorde hij tot de belangrijkste auteurs die deze filosofische beweging in het Nederlandse taalgebied grotere bekendheid gaven. Bakker schreef als enige ook een omvattende, Nederlandstalige geschiedenis van de fenomenologie.

Vanuit deze optiek poogde Bakker ook het onderwijs te vernieuwen. Zo dient zijn idee van de Centrale Interfaculteit vermeld te worden. De inzet was om de Wijsgerige Faculteit nogmaals tot een knoop te maken in de universitaire samenwerking met en tussen de wetenschappen. Gedurende enige tijd werd dit ook in de praktijk omgezet, maar het experiment was evengoed geen lang leven beschoren: het kabinet-Lubbers I (Deetman) maakte energiek komaf met de structuur.

Min of meer hetzelfde gaat op voor zijn plannen voor de invoering van filosofie als examenvak op de middelbare school. In 1971 behoorde hij tot de oprichters van de Vereniging voor Filosofie-Onderwijs. Weliswaar kwam het vak in principe uiteindelijk wel terecht in de profielenstructuur van de Tweede Fase, maar van een algemene invoering bleek echter geenszins sprake.

Als wijsgerig antropoloog droeg Bakker de "medicosofie" een warm hart toe. In 1982 was hij een van de medeoprichters van de Vereniging voor Filosofie en Geneeskunde, dat het reflecterend gesprek tussen wijsgeren en medici wilde bevorderen en uitbouwen, samen met onder anderen prof. Henk ten Have.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Boekpublicaties:

  • Het wijsgerig en psychologisch denken van Carl Gustav Carus in het licht van zijn godsbeschouwing (Diss., Utrecht, 1954)
  • De bezinning over goed en kwaad in de geschiedenis van het menselijk denken (3 delen; met prof. J. de Graaf, Utrecht, 1957-1964)
  • Lot en daad, geluk en rede in het Griekse denken (Utrecht, 1957).
  • De mondige mens tussen goed en kwaad (met prof. J. de Graaf, Utrecht, 1961)
  • De geschiedenis van het fenomenologisch denken (Utrecht, 1964, e.v.)
  • Merleau-Ponty (Baarn, 1965)
  • Albert Camus (Baarn, 1966)
  • Kerngedachten van Merleau-Ponty (Roermond, 1969)
  • Het anonieme denken. Foucault en het structuralisme (Baarn, 1973)
  • Structuralisme: voor en tegen (met A.G. Weiler en Jan M. Broekman, Bilthoven, 1974)
  • Eerbied voor het leven: de actualiteit van Albert Schweitzer (met S.L. Mansholt en I. Samkalden, Baarn, 1975)
  • Merleau-Ponty. Filosoof van het niet-wetend weten (Baarn, 1975)
  • Merleau-Ponty, Lof der wijsbegeerte (inleiding van Bakker, Meppel/Amsterdam, 1979)
  • Wijsgerige ethiek van de twintigste eeuw (met prof. J. de Graaf, Utrecht, z.j.)
  • Wijsgerige antropologie van de twintigste eeuw (Assen, 1982)
  • De filosofie van Bernard Delfgaauw (met prof. Hubbeling, Bussum, 1982)
  • Inleiding tot de wijsbegeerte in Christelijk perspectief (met prof. van Melsen en prof. van Peursen, Kampen, 1985)
  • Ethisch en oneindig: gesprekken met Philippe Nemo (Emmanuel Levinas) (inleiding van Bakker, Kampen, 1987, e.v.)

Als vertaler (werken tevens ingeleid en geannoteerd door Bakker):

  • Merleau-Ponty. Voorwoord tot de fenomenologie van de waarneming (Kampen, 1986)
  • Sofisten. De mens – maat van alle dingen (Kampen, 1986)
  • Xenophanes van Colophon. Tegen de fabels van weleer (Kampen, 1987)

Redes:

  • Noodzakelijke samenwerking. Merleau-Ponty's bijdrage tot het gesprek tussen filosofie en wetenschap. (Inaugurele rede, Groningen, 1965)
  • Kan de wijsgerige antropologie nog bestaan? (Afscheidsrede, Groningen, 1984)

Over Reinout Bakker:

  • Bernard Delfgaauw, e.a. (red.): Studia in honorem Reinout Bakker (Groningen, 1984)