Prijscontrole

Prijscontroles zijn overheidsbeperkingen op de prijzen, die in een markt voor goederen en diensten in rekening kunnen worden gebracht. De bedoeling achter de implementatie van prijscontroles kan voortkomen uit de wens om de betaalbaarheid van het basisvoedsel en andere goederen te garanderen; om tijdens tekorten speculatie in bepaalde goederen tegen te gaan; om of de inflatie te vertragen. Een ander beleidsdoel van prijscontroles kan zijn om aanbieders van bepaalde belangrijk geachte goederen (bijvoorbeeld het basisvoedsel) van een minimuminkomen te voorzien.

Er zijn twee primaire vormen van prijscontrole, een prijsplafond, die de maximale prijs bepaalt die kan worden gevraagd, en een bodemprijs, die de minimumprijs reguleert die kan worden gevraagd.

Historisch gezien zijn prijscontroles vaak opgelegd als onderdeel van een omvangrijker pakket aan inkomensbeleid, waar vaak ook loonmaatregelen en andere regulerende elementen deel van uitmaken.

Hoewel overheden zich al vanaf onheuglijke tijden van prijscontroles bedienen zijn economen het er meestal over eens dat prijscontroles in het algemeen niet bereiken wat men ermee beoogt.[bron?]

In 2023 komt er in Nederland in het kader van de energiecrisis een prijsplafond voor energie dat door subsidie van de overheid de prijs van energie tot een bepaald verbruik per huishouden beperkt. Daarnaast is er vanaf 2022 in de EU een prijsplafond voor olie uit Rusland, dat scheepvaartbedrijven verbiedt om Russische olie te transporteren als die olie wordt verkocht voor een prijs die hoger ligt dan het plafond. Dit is (ook) bedoeld als sanctie.[1]