Nederland op de Olympische Spelen

Nederland op de Olympische Spelen
Nederland op de Olympische Spelen
Land Nederland
IOC-landcode NED
NOC NOC*NSF
Nederland op de Zomerspelen
1896 · 1900 · 1904 · 1906 · 1908 · 1912 · 1920 · 1924 · 1928 · 1932 · 1936 · 1948 · 1952 · 1956 · 1960 · 1964 · 1968 · 1972 · 1976 · 1980 · 1984 · 1988 · 1992 · 1996 · 2000 · 2004 · 2008 · 2012 · 2016 · 2020 · 2024
Nederland op de Winterspelen
1924 · 1928 · 1932 · 1936 · 1948 · 1952 · 1956 · 1960 · 1964 · 1968 · 1972 · 1976 · 1980 · 1984 · 1988 · 1992 · 1994 · 1998 · 2002 · 2006 · 2010 · 2014 · 2018 · 2022
Portaal  Portaalicoon   Olympische Spelen
Nederlandse deelnemers
Nederland op de Olympische Spelen
Lijst deelnemers Zomerspelen
1896 · 1900 · 1904 · (1906) · 1908 · 1912 · 1920 · 1924 · 1928 · 1932 · 1936 · 1948 · 1952 · 1956 · 1960 · 1964 · 1968 · 1972 · 1976 · 1980 · 1984 · 1988 · 1992 · 1996 · 2000 · 2004 · 2008 · 2012 · 2016 · 2020
Lijst deelnemers Winterspelen
1924 · 1928 · 1932 · 1936 · 1948 · 1952 · 1956 · 1960 · 1964 · 1968 · 1972 · 1976 · 1980 · 1984 · 1988 · 1992 · 1994 · 1998 · 2002 · 2006 · 2010 · 2014 · 2018 · 2022
Portaal  Portaalicoon   Sport
De Nederlandse ploeg tijdens de openingsceremonie in Vancouver 2010

Nederland is een van de landen die deelnemen aan de Olympische Spelen. Nederland debuteerde in 1900 op de tweede editie van de Zomerspelen. Achtentwintig jaar later, in 1928, kwam het voor het eerst uit op de Winterspelen die toen voor de tweede keer werden gehouden.

In 2021 nam Nederland voor de 27e keer deel aan de Zomerspelen, in 2022 voor de 22e keer aan de Winterspelen. Het is een van de 46 landen die zowel op de Zomer- als de Winterspelen meerdere medailles behaald heeft.

Deelname[bewerken | brontekst bewerken]

De eisen die het NOC*NSF doorgaans stelt voor deelname aan de Spelen zijn zwaarder dan de eisen die IOC en andere landen hanteren, met als resultaat dat er minder sporters worden uitgezonden dan mogelijk zou zijn. Reden van deze werkwijze is dat een Nederlandse sporter die actief is op de Olympische Spelen een reële kans moet hebben op een top 8-notering of medailles. Andere landen willen nog weleens een mindere sporter uitzenden naar de Olympische Spelen, gewoonweg omdat diegene heeft voldaan aan de Olympische eisen, of om een jonge sporter ervaring op te laten doen.

Zomerspelen[bewerken | brontekst bewerken]

Parijs 1900
- Nederland was voor het eerst vertegenwoordigd op de Spelen en wel door 28 mannen (geen vrouwen).
- De eerste medaille die Nederland won op de Spelen was in de schietsport op het onderdeel 50 m revolver voor landenteams. Het team bestond uit Van den Bergh, Antonius Bouwens, Van Haam, Henrik Sillem, Johannes Solko en Anthony Sweys.
- Op 26 augustus zocht de Nederlandse twee met stuurman (roeien) een vervangende stuurman omdat de Fransen in de voorronden gebruik maakten van lichte jongetjes. Een tot op heden onbekende Franse jongen werd gekozen en het Nederlands/Franse team roeide naar de overwinning. Door deze Franse inbreng is deze medaille in de officiële uitslag niet toegekend aan Nederland maar aan een mixed team.
- Door Nederlandse atleten werden in totaal vijf eerste plaatsen gehaald, maar deze klasseringen zijn door het IOC niet erkend.[1]
Antwerpen 1920.
- Er namen 130 Nederlanders deel, onder wie één vrouw, zwemster Rie Beisenherz, de eerste vrouw die Nederland vertegenwoordigde op de Spelen.
- De zeilers Joop Carp, Piet Wernink en Bernard Carp behaalden de eerste gouden medaille namens Nederland
Amsterdam 1928
- Nederland mocht voor de eerste maal de Olympische Zomerspelen organiseren.
- Nederlandse atleten behaalden zes gouden, negen zilveren en vier bronzen medailles.
- De gouden medaille van de vrouwen turnploeg was de eerste medaille voor vrouwelijke Nederlandse deelnemers.
- Jan Wils en Isaac Israëls behaalden een gouden medaille in de Kunstwedstrijden, maar van deze medailles is decennia later de erkenning door het IOC ingetrokken.
Los Angeles 1932
- Charles Pahud de Mortanges behaalde één gouden en één zilveren medaille bij de paardensport, waarmee hij in bezit kwam van vijf olympische medailles (waarvan vier gouden)
Berlijn 1936
- Nederland behaalt in totaal zeventien medailles, waarvan zes gouden medailles.
- Rie Mastenbroek wint drie gouden en één zilveren medaille bij het zwemmen
Londen 1948
- Fanny Blankers-Koen wint in totaal vier gouden medailles bij de atletiek, een prestatie die uniek is voor een atlete.
Melbourne 1956
- Nederland boycot de Zomerspelen van 1956 vanwege de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije.
- Alexei Pantchoulidzew nam een paar maanden eerder deel aan de paardensport in Stockholm. De paardensport werd gehouden in Stockholm vanwege de strenge quarantainewetten voor dieren in Australië
Atlanta 1996
- Nederland wint in totaal negentien medailles (waarvan 4 gouden); het aantal was een evenaring van 1928
- Nederland wint voor eerst een teamsport op de Spelen: de Nederlandse mannen winnen zowel goud in het hockey als bij het volleybal.
Sydney 2000
- Nederland wint een recordaantal van 12 gouden medailles; van deze 12 gouden medailles worden er acht behaald door drie individuele atleten.
- Inge de Bruijn wint drie individuele gouden medailles en een zilveren bij de estafette op het onderdeel zwemmen
- Leontien van Moorsel wint drie gouden en één zilveren medaille bij het wielrennen.
- Pieter van den Hoogenband wint twee gouden medailles bij het zwemmen.
Athene 2004
- Nederland neemt deel met 216 sporters in 19 olympische sporten.
- Inge de Bruijn wint een gouden, een zilveren en twee bronzen medailles. Met deze medailles brengt zij haar totaal op vier gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles, een recordaantal voor Nederland op de Zomerspelen.
Peking 2008
- Anky van Grunsven won tijdens de Olympische Spelen haar achtste medaille. Ze is de eerste Nederlandse sporter die op vier Olympische Spelen een medaille op hetzelfde onderdeel wint (dressuur individueel), waarvan drie opeenvolgende gouden medailles.
Londen 2012
- Anky van Grunsven nam voor zevende maal deel en was de eerste Nederlander die dit presteerde.
Tokio 2020
- De Nederlandse afvaardiging telt 267 sporters, een recordaantal sinds de eerste deelname aan de Spelen in 1900. Er wordt in 24 Olympische sporten deelgenomen.
- Er werd een recordaantal van 36 medailles behaald waaronder tien gouden medailles.

Medailles en deelnames[bewerken | brontekst bewerken]

Overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

De tabel geeft een overzicht van de jaren waarin werd deelgenomen, het aantal gewonnen medailles en de eventuele plaats in het medailleklassement.

Zomerspelen   Winterspelen
Jaar Goud Goud Zilver Zilver Brons Brons Totaal  Rang  Jaar Goud Goud Zilver Zilver Brons Brons Totaal  Rang 
1900 0 1 3 4 18
1904 - - - - -
1908 0 0 2 2 17
1912 0 0 3 3 18
1920 4 2 5 11 9
1924 4 1 5 10 9 1924 - - - - -
1928 6 9 4 19 8 1928 0 0 0 0 -
1932 2 5 0 7 13 1932 - - - - -
1936 6 4 7 17 9 1936 0 0 0 0 -
1948 5 2 9 16 11 1948 0 0 0 0 -
1952 0 5 0 5 29 1952 0 3 0 3 9
1956 0 0 0 0 - 1956 0 0 0 0 -
1960 0 1 2 3 28 1960 0 1 1 2 11
1964 2 4 4 10 15 1964 1 1 0 2 10
1968 3 3 1 7 17 1968 3 3 3 9 6
1972 3 1 1 5 16 1972 4 3 2 9 4
1976 0 2 3 5 29 1976 1 2 3 6 9
1980 0 1 2 3 30 1980 1 2 1 4 9
1984 5 2 6 13 13 1984 0 0 0 0 -
1988 2 2 5 9 22 1988 3 2 2 7 7
1992 2 6 7 15 20 1992 1 1 2 4 12
1996 4 5 10 19 15 1994 0 1 3 4 18
2000 12 9 4 25 8 1998 5 4 2 11 6
2004 4 9 9 22 18 2002 3 5 0 8 9
2008 7 5 4 16 12 2006 3 2 4 9 10
2012 6 6 8 20 13 2010 4 1 3 8 10
2016 8 7 4 19 11 2014 8 7 9 24 5
2020 10 12 14 36 7 2018 8 6 6 20 5
2024 0 0 0 0 2022 8 5 4 17 6
Totaal 95 104 122 321 Totaal 53 49 45 147
Tot. Z+W 148 153 167 468  

Overzicht van de Nederlandse medaillewinnaars[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van Nederlandse olympische medaillewinnaars voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Zomerspelen[bewerken | brontekst bewerken]

De tabel is beperkt tot de sporters met minstens twee gouden en een bronzen medaille op de Zomerspelen en gesorteerd op het aantal gouden medailles gevolgd door het aantal zilveren en bronzen medailles.

Nr. Sporter Sport Goud Zilver Brons Totaal
1 Inge de Bruijn Zwemmen 4 2 2 8
2 Leontien van Moorsel Baan-/wegwielrennen 4 1 1 6
3 Charles Pahud de Mortanges Paardensport 4 1 0 5
4 Fanny Blankers-Koen Atletiek 4 0 0 4
5 Anky van Grunsven Paardensport 3 5 1 9
6 Pieter van den Hoogenband Zwemmen 3 2 2 7
7 Rie Mastenbroek Zwemmen 3 1 0 4
7 Ranomi Kromowidjojo Zwemmen 3 1 0 4
7 Eva de Goede Hockey 3 1 0 4
7 Lidewij Welten Hockey 3 1 0 4
11 Dolf van der Voort van Zijp Paardensport 3 0 0 3
12 Teun de Nooijer Hockey 2 2 0 4
13 Gerard de Kruijff Paardensport 2 1 0 3
13 Jeroen Delmee Hockey 2 1 0 3
13 Erik Jazet Hockey 2 1 0 3
13 Guus Vogels Hockey 2 1 0 3
13 Naomi van As Hockey 2 1 0 3
13 Ellen Hoog Hockey 2 1 0 3
13 Maartje Paumen Hockey 2 1 0 3
13 Margot van Geffen Hockey 2 1 0 3
13 Caia van Maasakker Hockey 2 1 0 3
22 Nico Rienks Roeien 2 0 1 3
22 Jacques Brinkman Hockey 2 0 1 3
22 Ronald Jansen Hockey 2 0 1 3
22 Sifan Hassan Atletiek 2 0 1 3
22 Harrie Lavreysen Baanwielrennen 2 0 1 3

Winterspelen[bewerken | brontekst bewerken]

De onderstaande lijst is beperkt tot sporters met minimaal één gouden en een zilveren medaille op de Olympische Winterspelen.

Nr. Sporter Sport Goud Zilver Brons Tot.
1 Ireen Wüst Schaatsen 6 5 2 13
2 Sven Kramer Schaatsen 4 2 3 9
3 Suzanne Schulting Shorttrack 3 1 2 6
4 Ard Schenk Schaatsen 3 1 0 4
5 Irene Schouten Schaatsen 3 0 2 5
6 Jorien ter Mors Schaatsen/Shorttrack 3 0 1 4
7 Yvonne van Gennip Schaatsen 3 0 0 3
7 Marianne Timmer Schaatsen 3 0 0 3
7 Kjeld Nuis Schaatsen 3 0 0 3
10 Gianni Romme Schaatsen 2 1 0 3
10 Jochem Uytdehaage Schaatsen 2 1 0 3
12 Kees Verkerk Schaatsen 1 3 0 4
13 Piet Kleine Schaatsen 1 2 0 3
14 Stien Baas-Kaiser Schaatsen 1 1 2 4
14 Bob de Jong Schaatsen 1 1 2 4
14 Jan Blokhuijsen Schaatsen 1 1 2 4
14 Koen Verweij Schaatsen 1 1 2 4
18 Jorrit Bergsma Schaatsen 1 1 1 3
18 Lotte van Beek Schaatsen 1 1 1 3
18 Marrit Leenstra Schaatsen 1 1 1 3
18 Yara van Kerkhof Shorttrack 1 1 1 3
22 Sjoukje Dijkstra Kunstrijden 1 1 0 2
22 Carry Geijssen Schaatsen 1 1 0 2
22 Ids Postma Schaatsen 1 1 0 2
22 Thomas Krol Schaatsen 1 1 0 2

Ranglijst aantal deelnemers en behaalde medailles per sport[bewerken | brontekst bewerken]

Zomerspelen[bewerken | brontekst bewerken]

gegevens bijgewerkt tot en met de Zomerspelen van 2020[2]

Bij de onderstaande tabel kunnen met betrekking tot de Nederlandse afvaardigingen naar de Olympische Zomerspelen (waarbij 1906 buiten beschouwing is gelaten) de volgende opmerkingen worden geplaatst:

- de tabel is gerangschikt naar aantal deelnemers;
- het hoogste aantal deelnemers werd afgevaardigd in het roeien (367), gevolgd door de atletiek (308);
- bij zwemmen werden de meeste medailles in de wacht gesleept (62), gevolgd door wielrennen (61);
- de meeste gouden medailles werden bij het wielrennen behaald (23), gevolgd door zwemmem (22);
- Nederland heeft van de sporten die op het programma staan in 2024 nog nooit deelgenomen aan rugby, klimsport, surfen;
- het totale aantal afgevaardigde atleten is tot en met de Zomerspelen van 2020: 2763.
Sport Deelnemers mannen vrouwen Goud Zilver Brons Tot.
Roeien 367 269 98 7 14 14 35
Atletiek 308 184 124 8 7 9 24
Hockey 282 188 94 6 6 6 18
Zwemmen 259 114 145 22 21 19 62
Wielrennen 249 212 42 23 22 16 61
Waterpolo 157 121 36 1 0 2 3
Zeilen 139 117 22 8 8 9 25
Voetbal 118 101 17 0 0 3 3
Volleybal 92 51 41 1 1 1 3
Gymnastiek 84 36 48 3 0 0 3
Schermen 75 62 13 0 0 5 5
Paardensport 83 63 20 10 13 4 27
Schietsport 68 66 2 0 1 1 2
Honkbal 64 64 0 0 0 0 0
Judo 59 35 24 4 2 18 24
Boksen 58 57 1 1 2 5 8
Kanovaren 47 37 10 0 3 5 8
Worstelen 36 35 1 0 0 0 0
Boogschieten 34 27 7 1 1 1 3
Softbal 30 0 30 0 0 0 0
Schoonspringen 24 6 18 0 0 0 0
Tennis 23 14 9 0 1 1 2
Handbal 21 0 21 0 0 0 0
Badminton 20 9 11 0 1 0 1
Gewichtheffen 20 20 0 0 0 3 3
Triatlon 14 6 8 0 0 0 0
Moderne vijfkamp 13 13 0 0 0 0 0
Tafeltennis 11 3 8 0 0 0 0
Synchroonzwemmen 10 0 10 0 0 0 0
Touwtrekken 8 8 0 0 1 0 1
Taekwondo 7 3 4 0 0 0 0
Basketbal 4 4 0 0 0 0 0
Golf 2 1 1 0 0 0 0
Skateboarden 2 0 2 0 0 0 0
Totaal 2763 1909 854 95 104 122 321

Winterspelen[bewerken | brontekst bewerken]

gegevens bijgewerkt tot en met de Winterspelen van 2022

Bij de onderstaande tabel kunnen met betrekking tot de Nederlandse afvaardigingen naar de Olympische Winterspelen de volgende opmerkingen worden geplaatst:

- de tabel is gerangschikt naar aantal deelnemers per sport;
- het hoogste aantal deelnemers werd afgevaardigd in het schaatsen;
- vrijwel alle medailles werden bij het schaatsen behaald;
- Nederland heeft bij de volgende Olympische disciplines nog geen enkele keer een afvaardiging gehad: biatlon, curling, langlaufen, Noordse combinatie, rodelen, schansspringen (deze sporten zijn niet in de tabel opgenomen);
- in 2014 & 2018 nam Jorien ter Mors deel aan twee disciplines: shorttrack en schaatsen. In 2018 behaalde ze in beide disciplines een medaille.
Sport Deelnemers Mannen Vrouwen Goud Zilver Brons Tot.
Schaatsen 143 81 62 48 44 41 133
Shorttrack 34 13 21 3 3 3 9
Bobsleeën 33 24 9 0 0 0 0
IJshockey 20 20 0 0 0 0 0
Snowboarden 10 5 5 1 0 0 1
Alpineskiën 6 3 3 0 0 0 0
Kunstrijden 5 0 5 1 2 0 3
Freestyleskiën 1 1 0 0 0 0 0
Skeleton 1 0 1 0 0 1 1
Totaal 252 147 106 53 49 45 147

Ranglijst hoogste aantal deelnames van individuele sporters[bewerken | brontekst bewerken]

Onderstaande tabel geeft een overzicht van sporters met de meeste individuele deelnames van de Nederlandse afvaardigingen naar de Olympische Spelen van 1900 tot en met 2022 (waarbij 1906 buiten beschouwing is gelaten). Hierbij kunnen de volgende opmerkingen worden geplaatst:

- De lijst is beperkt tot minimaal vijf deelnames.
- Het recordaantal deelnames staat op naam Anky van Grunsven met zeven deelnames.
- Churandy Martina deed in 2020 voor de vijfde maal mee. Hij is echter niet op deze lijst vermeld omdat hij zijn eerste twee deelnames als lid van het Antiliaanse team op zijn naam heeft staan.
Naam deelnemer Sport Onderdeel ZS WS Tot.
Grunsven, Anky van Anky van Grunsven paardensport dressuurteam
dressuur, individueel
7x 7x
Swinkels, Eric Eric Swinkels schietsport skeet 6x 6x
Jong, Arie de Arie de Jong schermen degen individueel
degen team
sabel individueel
sabel team
5x 5x
Rienks, Nico Nico Rienks roeien dubbel twee
dubbel vier
acht
5x 5x
Dompeling, Hennie Hennie Dompeling schietsport skeet 5x 5x
Neeleman, Mark Mark Neeleman zeilen finn klasse
star klasse
5x 5x
Ritsma, Rintje Rintje Ritsma schaatsen 500 meter
1000 meter
1500 meter
5000 meter
10.000 meter
achtervolging
5x 5x
Bos, Jan Jan Bos schaatsen
wielersport
500 meter
1000 meter
1500 meter
Teamsprint (Wielrennen)
1x 4x 5x
Nooijer, Teun de Teun de Nooijer hockey herenteam 5x 5x
Simon, Diederik Diederik Simon roeien dubbel vier
acht
5x 5x
Schuil, Richard Richard Schuil volleybal herenteam
beachvolleybal
5x 5x
Jong, Bob de Bob de Jong schaatsen 5000 meter
10.000 meter
5x 5x
Nummerdor, Reinder Reinder Nummerdor Volleybal herenteam
beachvolleybal
5x 5x
Kramer, Sven Sven Kramer schaatsen 1.500 meter
5.000 meter
10.000 meter
ploegenachtervolging
massastart
5x 5x
Wüst, Ireen Ireen Wüst schaatsen 1.000 meter
1.500 meter
3.000 meter
5.000 meter
ploegenachtervolging
5x 5x

Deelgenomen aan de Zomer en Winterspelen[bewerken | brontekst bewerken]

- 6 sporters hebben deelgenomen aan zowel de Olympische Zomerspelen als de Olympische Winterspelen
- 4 sporters hebben aan het wielrennen en het schaatsen deelgenomen
- 2 sporters hebben aan de atletiek en het bobsleeën deelgenomen
- Jeroen Straathof heeft ook nog deelgenomen aan de Paralympische Zomerspelen, deze prestatie is wereldwijd ongeëvenaard.
Sporter Zomersport Zomerspelen Wintersport Winterspelen
Ingrid Haringa Wielrennen 1992, 1996 Schaatsen 1988
Robert de Wit Atletiek 1988, 1992 Bobsleeën 1994
Jeroen Straathof Wielrennen 2004 Schaatsen 1994
Jan Bos Wielrennen 2004 Schaatsen 1998, 2002, 2006, 2010
Timothy Beck Atletiek 2004 Bobsleeën 2002
Laurine van Riessen Wielrennen 2016, 2020 Schaatsen 2010, 2014

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]