Kim Dae-jung

Kim Dae-jung
Kim Dae-jung
Geboren 3 december 1925
Hauido
Overleden 18 augustus 2009
Seoel
Politieke partij Democratische Partij
Partner Rhee Hee-hoh
Beroep Politicus
Religie Rooms Katholiek
Handtekening Handtekening
President van Zuid-Korea
Aangetreden 25 februari 1998
Einde termijn 25 februari 2003
Voorganger Kim Young-sam
Opvolger Roh Moo-hyun
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Kim Dae-jung en de Amerikaanse president Bill Clinton in 1999

Kim Dae-jung (Hangul: 김대중) (Hauido, 3 december 1925 - Seoel, 18 augustus 2009[1]) was een Zuid-Koreaanse politicus, die in 2000 de Nobelprijs voor de Vrede won. Kim werd geboren in de arme zuidwestelijke regio van Korea, die destijds geheel was geannexeerd door Japan. Na jarenlang oppositieleider te zijn geweest, werd hij president. Kim Dae-jung was een overtuigd christen. Zijn koosnaam was DJ.

Vroege politieke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

De dienstplicht in het Japanse leger ontliep Kim Dae-jung door bij een Japanse rederij te gaan werken. Na de Japanse nederlaag in 1945 greep hij de kans zich politiek te ontplooien. Hij werd in 1961 gekozen als vertegenwoordiger van het parlement, maar een militaire coup onder leiding van Park Chung-hee maakte al snel een einde aan het parlement. Kim Dae-jung groeide uit tot een uitstekende oppositieleider, wat in 1971 uitmondde in het houden van een presidentiële campagne. Zijn tegenstander, dictator Park Chung-hee werkte hem op alle mogelijke manieren tegen door hem te ontvoeren, op te sluiten, te bedreigen en hem te verbannen uit de politiek.

In 1980 werd Kim Dae-jung beschuldigd van opruiing en samenzwering, en daarvoor ter dood veroordeeld. De regering van de Verenigde Staten greep in, en de straf werd teruggebracht tot 20 jaar cel. Later mocht hij naar de VS vertrekken om daar in ballingschap te leven.

De weg naar het presidentschap[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn terugkeer naar Zuid-Korea in 1985 werd Kim Dae-jung opnieuw een van de belangrijke leiders van de politieke oppositie. Nadat ex-generaal Chun Doo-hwan met pensioen was gegaan werd de eerste democratische presidentsverkiezing gehouden. Kim Dae-jung en Kim Young-sam, twee leden van de oppositie, stonden hierin tegenover elkaar. Doordat de oppositie verdeeld was, kon geen van beiden een overwinning behalen. In 1992 faalde hij wederom in zijn strijd om het presidentschap. In 1997 slaagde hij echter met zijn vierde poging, waarna hij het zogenaamde Blauwe Huis betrok, de ambtswoning van de Zuid-Koreaanse president.

Presidentschap[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Kim Dae-jung president werd, zat Azië midden in de economische crisis. De president zette zich in voor economische herstructurering om de situatie te verbeteren, met enig resultaat.

In 1998 ontmoette hij de Japanse premier Keizo Obuchi en ze kwamen een nieuw partnerschap tussen beide landen overeen.[2] De relatie tussen beide landen was moeizaam ondanks een verdrag voor de normalisering van de betrekkingen getekend in 1965. In een verklaring uitte Obuchi "diep berouw" en bood zijn "oprechte verontschuldigingen" aan voor de koloniale overheersing van Japan en Kim sprak waardering uit voor de verklaring van Obuchi.[2] Beide leiders wilden een betere relatie, dit vertaalde zich concreet in culturele uitwisselingen, maar ook in beter overleg met betrekking tot de veiligheid in de regio.[2]

Zijn beleid tegenover Noord-Korea is er een van openheid en communicatie. In 2000 nam Kim Dae-jung deel aan de eerste presidentiële Noord-Zuidtop, waarvoor hij een Nobelprijs won.[3] In 2000 ontving hij ook de Thorolf Rafto-prijs, een Noorse mensenrechtenprijs. Op 19 december 2002 volgde Roh Moo-hyun hem op als president van Zuid-Korea.

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

Kim Dae-jung overleed op 83-jarige leeftijd aan een hartaanval in Seoel.