Kenneth Kaunda

Kenneth Kaunda
Kaunda in 2020
Geboren 28 april 1924
Geboorteplaats Chinsali
Overleden 17 juni 2021
Overlijdensplaats Lusaka
Partij UNIP
Eerste president van Zambia
Ambtstermijn 1964-1991
Voorganger geen
Opvolger Frederick Chiluba
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Kaunda en Beatrix (1986)

Kenneth David Kaunda (Chinsali, 28 april 1924Lusaka, 17 juni 2021)[1] was een Zambiaans staatsman. Hij was president van zijn land tussen 1964 en 1991.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Kaunda was de zoon van een zendeling van de Church of Scotland[2] en behoorde etnisch tot de Bemba.[3] Hij volgde een opleiding aan de kweekschool en was daarna gedurende twee jaar onderwijzer in Tanganyika. Spoedig na zijn terugkeer in Noord-Rhodesië kwam hij in het politieke vaarwater terecht. In 1953 werd hij secretaris-generaal van het ANC (African National Congress) voor Noord-Rhodesië (thans Zambia). Hij was het echter niet eens met de officiële lijn van het ANC ten opzichte van de door blanken gedomineerde federatie van Noord- en Zuid-Rhodesië en Nyasaland. In 1959 verliet hij het ANC en richtte het Zambiaanse Afrikaans Nationaal Congres (ZANC) op. Het ZANC werd echter spoedig na de oprichting verboden. Kaunda belandde in de gevangenis.

Tijdens de gevangenschap van Kaunda richtten zijn aanhangers de Verenigde Nationale Onafhankelijkheidspartij (United National Independence Party, UNIP) op. Nadat Kaunda was vrijgelaten werd de UNIP onder zijn voorzitterschap een massabeweging. In 1961 viel de federatie van Noord- en Zuid-Rhodesië en Nyasaland uit elkaar.

Bij de verkiezingen van januari 1964 werd de UNIP van Kaunda de grootste partij. Op 22 januari 1964 verkreeg Noord-Rhodesië zelfbestuur met Kaunda als premier. In oktober 1964 werd Noord-Rhodesië onder de naam Zambia een onafhankelijke republiek. Kaunda werd de eerste president en tot 1970 tevens minister van Defensie.

In 1972 fuseerden de UNIP en het ANC en werd de UNIP de enige toegelaten politieke partij in Zambia. Kaunda presenteerde daarna het zogenaamde Zambiaans humanisme. Het Zambiaans humanisme was gebaseerd op het Afrikaans socialisme, de traditie en het christendom. Als leider van een eenpartijstaat was hij aanvankelijk alleenheerser, maar hij ontwikkelde zich in de loop der jaren meer en meer tot democraat.[2] In 1973 en in 1988 werd Kaunda als president herkozen.

In november 1973 keerde hij zich tegen de drankzucht in zijn land.[4] "Ik wens geen deel uit te maken van een volk van dronkaards. Ik zou nog liever sterven", zei hij op een conferentie van honderden partijleden, regeringsfunctionarissen en stamhoofden in de hoofdstad Lusaka. "Als de toestand over vijf jaar niet is veranderd, dan bent U mij als leider kwijt, dan treed ik absoluut af". Kaunda zelf had het gebruik van alcohol, tabak en vlees tijdens zijn eerste verblijf in de gevangenis afgezworen.[5] Sinds Zambia onafhankelijkheid verkreeg, nam het gebruik van sterke drank fors toe.

Ook ergerde Kaunda zich aan de lage arbeidsproductiviteit in zijn vaderland. Op 2 september 1977 dreigde hij zelfs met aftreden als het land een "natie van luilakken" blijft. Hij uitte dat dreigement bij de opening van een nieuwe fabriek voor de verwerking van grondstoffen in Ndola.[6]

Kaunda verkreeg als Zambiaans president veel internationaal aanzien. Vooral zijn beleid van geweldloosheid en non-racialiteit genoot internationaal gezag.

Vanaf het einde van de jaren zeventig nam het ongenoegen over de slechte economische toestand toe. President Kaunda kreeg hier indirect de schuld van. In 1991 voerde het parlement een wet door die het vormen van partijen naast de UNIP toestond. Bij de verkiezingen van 1992 werd Frederick Chiluba van de Beweging voor Meerpartijen Democratie (Movement for Multiparty Democracy, MMD) tot president gekozen. Kaunda gaf zijn nederlaag zonder morren toe en gaf zijn opvolger een rondleiding door het presidentiële paleis.[2]

Aanhangers van Kaunda (waaronder Kaunda's eigen zoon) waren in 1993 betrokken bij een mislukte staatsgreep tegen president Frederick Chiluba.

Kaunda werd bij de presidentsverkiezingen van 1996 van deelname uitgesloten doordat de regering van president Chiluba een amendement had aangenomen dat ervoor zorgde dat iemand alleen kon deelnemen aan de verkiezingen als allebei zijn ouders in Zambia geboren zijn. De ouders van Kaunda zijn beiden in het toenmalige Nyasaland (Malawi) geboren.

Op 17 juni 2021 overleed hij aan de gevolgen van een longontsteking.

Uitspraken[bewerken | brontekst bewerken]

  • "Onder het systeem van de uitgebreide familie zal geen enkele bejaarde worden overgelaten aan de honden of aan instituties als bejaardenhuizen."[7]
  • "Om een humanist[8] te zijn moet men een socialist zijn, maar het is mogelijk een socialist te zijn zonder een humanist te zijn."[9][10]
  • "Zambiaans humanisme gelooft in God, het Opperwezen. Het gelooft dat het liefhebben van God met geheel onze ziel, geheel ons hart, geheel ons verstand en geheel onze kracht, [men] de mens geschapen naar Gods beeld zal hoogachten. Als we onze naaste liefhebben als onszelf, zullen wij hem niet uitbuiten maar samen met hem werken voor het algemeen welzijn."[11]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Publicaties van de hand van Kaunda (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kaunda over geweld. s̕-Hertogenbosch, Stichting Gezamenlijke Missiepubliciteit, 1984. ISBN 90-6678-010-X
  • Humanism in Zambia. And a Guide to its Implementation, Zambia Information Service, dl. 1, 1967, en dl. 2, 1968
  • Letter to my children, Longman, Londen, 1973

Publicaties over Kaunda (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

Wikiquote heeft een of meer citaten van of over Kenneth Kaunda.