Kapittel

Zie Kapittel (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Kapittel.

Een kapittel, ook kathedraal kapittel, collegiaal kapittel of stift,[1] is een geestelijke gemeenschap of bestuurscollege. Meestal betreft het een gemeenschap van katholieke of anglicaanse geestelijken, verbonden aan een kathedraal, kapittelkerk of klooster. De naam kapittel werd aan dit college gegeven omdat tijdens bijeenkomsten in de kapittelzaal een kapittel of hoofdstuk uit de Bijbel werd voorgelezen.[1] De leden van een dergelijk kapittel heten seculiere kanunniken. Ook aan bepaalde kloosters en ridderorden zijn kapittels verbonden; in dat geval wordt gesproken van een regulier kapittel en reguliere kanunniken. Daarnaast kan een kapittel diverse andere betekenissen hebben.

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

Kapittel komt van het latijn capitulum of capitellum, hoofdstuk of hoofd. Hoofd in de betekenis van belangrijk, aan het hoofd van of waar de belangrijkste gebeurtenis of beslissing plaatsvindt.[2] Capitulum was oorspronkelijk het verkleinwoord van caput, hoofd; in het Laatlatijn kregen beide (verklein-)woorden de oude betekenis van hoofd[3]

Regulier kapittel[bewerken | brontekst bewerken]

Onder reguliere kapittels verstaat men kapittels die een kloosterregel volgen. Leden van een dergelijke kloosterorde worden niet aangeduid als monniken maar kanunniken of koorheren. Voorbeelden zijn de Augustijner koorheren, de antonieters en de kruisheren.

Seculier kapittel[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Seculier kapittel en Seculiere kanunnik voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Ter onderscheiding van kapittels verbonden aan kloosters, worden andere kerkelijke kapittels aangeduid als seculiere kapittels. 'Seculier' of 'wereldlijk' geeft aan dat deze kanunniken geen kloosterregel volgen. Collegiale (of seculiere) kapittels komen tegenwoordig nog maar weinig voor. Tot de Franse tijd (in de Noordelijke Nederlanden tot de reformatie) waren dit vaak machtige feodale instellingen, waar veelal niet-ervende zonen uit adellijke families onderdak vonden.

Andere betekenissen[bewerken | brontekst bewerken]

Afgeleide termen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Domkapittel of kathedraalkapittel: het bestuurscollege van een kathedraal(kerk) of domkerk.
  • Kapittelheer: priester die in een kapittel zetelt, dus kanunnik (bij een domkapittel: domheer)
  • Kapittelbank: koorbank
  • Kapittelbankje: bankje in de kapittelzaal waar een monnik zijn zonden belijdt en zijn straf hoort uitspreken
  • Kapittelen: iemand ernstig de les lezen, iemand streng berispen
  • Kapitteldag
  • Kapittelvergadering
  • Kapittelzaal
  • Kapittelkerk
  • Kapittelschool, vergelijk kathedraalschool
  • Kapittelstok(je)
    • een aan het eind van een lint of dun kettinkje bevestigd metalen staafje, ten dele glad, ten dele gekarteld, dat men tussen de bladen van een bijbel legde, ter aanwijzing van het kapittel waar men bij het lezen gebleven was
    • gouden staafje om een halssnoer te bevestigen

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Joseph Evermode JANSEN, Het kapittel van de Sint-Pieterskerk te Turnhout en zijne statuten van het jaar 1634, Antwerpen, 1914
  • P. J. GOETSCHALCKX, Geschiedenis der kanunniken van het O. L. V. Kapittel te Antwerpen (1585-1700), Antwerpen, 1926
  • J. BRUGGEMAN, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke Kerk der Oudbisschoppelijke Clerezie, Den Haag, 1928
  • Jan PAQUAY, Kerkelijke privilegiën verleend aan het kapittel van Windesheim der Reguliere Kanunniken van den H. Augustinus, Lummen, 1934
  • Sigismund TAGAGE, Rond de opheffing van het kapittel van St. Servaas en de verkoop van zijn goederen, Hasselt, 1962
Zie de categorie Chapters (religion) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.