José Manuel Barroso

José Manuel Barroso
José Manuel Barroso
Geboren 23 maart 1956
Vlag van Portugal Lissabon, Portugal
Politieke partij Partido Social Democrata
Europese Volkspartij
Partner Maria Margarida Pinto Ribeiro de Sousa Uva
Handtekening Handtekening
Vlag van Europa 11e voorzitter van de Europese Commissie
Aangetreden 22 november 2004
Einde termijn 1 november 2014
Voorganger Romano Prodi
Opvolger Jean-Claude Juncker
Vlag van Portugal Minister-president van Portugal
Aangetreden 6 april 2002
Einde termijn 17 juli 2004
Voorganger António Guterres
Opvolger Pedro Santana Lopes
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Barroso, Azoren-top Irak 2003

José Manuel Durão Barroso (uitspraak in het Portugees: [ʒuˈzɛ mɐnuˈɛɫ duˈɾɐ̃w bɐˈʁozu]?, Lissabon, 23 maart 1956) is een Portugees politicus van de Partido Social Democrata. Hij was van november 2004 tot november 2014 voorzitter van de Europese Commissie.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Barroso heeft een graad in de rechten van de Universiteit van Lissabon. Ook heeft hij een MA in economische en sociale wetenschappen van de universiteit van Genève. Hij werkte gedurende een aantal jaren aan de universiteiten van Lissabon en Georgetown University in Washington D.C., waar hij zijn doctorstitel behaalde.

Barroso's politieke activiteiten startten tijdens zijn studie, voor de Anjerrevolutie van 25 april 1974. Hij was toen aangesloten bij de communisten. In december 1980 werd hij lid van de centrum-rechtse PSD (Partido Social Democrata), waar hij nu nog steeds bij aangesloten is.

Hij bekleedde onder andere de volgende functies in de politiek:

  • Assistent staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken (1985-1987)
  • Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken (1987-1992)
  • Minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995)
  • Premier van Portugal (2002-2004)

Irakinvasie 2003[bewerken | brontekst bewerken]

Onder leiding van Barroso trad Portugal toe tot de zogenaamde 'coalition of the willing', landen welke samenwerkten met de VS en het VK tijdens de invasie en bezetting van Irak. Barroso organiseerde hiervoor in maart 2003 een top op de Azoren.

Voorzitter Europese Commissie[bewerken | brontekst bewerken]

Durão Barroso werd op 29 juni 2004 voorgedragen als nieuwe voorzitter van Europese Commissie. Zijn kandidatuur werd op 20 juli 2004 door het Europees Parlement goedgekeurd. Op 12 augustus maakte Durão Barroso de leden van 'zijn' Commissie bekend. Die konden evenwel niet allemaal op evenveel instemming van het Europees Parlement rekenen. Met name op de conservatieve Italiaanse kandidaat Rocco Buttiglione was veel kritiek, vooral vanwege zijn opvattingen over homo's en vrouwen. Toen het erop leek dat een meerderheid van het Parlement daarom tegen de Commissie zou stemmen, besloot Barroso op 27 oktober 2004 aan het Parlement uitstel te vragen voor het aantreden van zijn Commissie.

Op 4 november 2004 presenteerde Barroso daarop een nieuw voorstel voor de samenstelling van de Commissie. Rocco Buttiglione, die de post Justitie, Vrijheid & Veiligheid zou gaan beheren, werd vervangen door de voormalige Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Franco Frattini. De Letse kandiaat Ingride Udre werd teruggetrokken voor de post van Belasting- en Douaneunie. Op die plek werd de Hongaarse kandidaat László Kovács benoemd. Kovács zou aanvankelijk de portefeuille Energie krijgen, maar wekte bij het Europees Parlement niet de indruk daar veel van af te weten. Die laatste portefeuille zou nu beheerd gaan worden door de nieuwe Letse kandidaat: Andris Piebalgs.

In deze nieuwe samenstelling werd de nieuwe Commissie wel aanvaard door het Parlement. Sinds 22 november 2004 was Barroso voorzitter van de Europese Commissie.

Op 8 juni 2005 verwierp het Europees Parlement een voorwaardelijke motie van wantrouwen tegen Barroso, die door het Eurosceptische parlementslid Nigel Farage was ingediend vanwege een vakantie die Barroso aan boord van een jacht van een Griekse scheepsmagnaat had doorgebracht.[1] Een week later ontving het bedrijf van Latsis steun van de EC ter waarde van 10,3 miljoen euro. De boottocht bleek echter plaats te hebben gevonden vóórdat Barroso zijn ambt aanvaardde en de steunmaatregel was al goedgekeurd door de vorige Europese Commissie. De uitslag van de stemming was 589 tegen, 35 voor, 35 onthoudingen.

Tweede ambtsperiode[bewerken | brontekst bewerken]

Op woensdag 16 september 2009 werd Barroso herkozen voor een tweede ambtsperiode. Van de 736 Europese parlementsleden brachten er 718 een stem uit: 382 voor, 219 tegen, 117 onthoudingen. De stemming was geheim, maar uit de verklaringen kon worden opgemaakt dat de meeste christendemocraten, conservatieven en liberalen voor hem stemden, net als de Portugese en Spaanse socialisten.

Als voorzitter werd Barroso per 1 november 2014 opgevolgd door Jean-Claude Juncker. Als Portugees Eurocommissaris werd hij opgevolgd door Carlos Moedas.

Goldman Sachs[bewerken | brontekst bewerken]

In juli 2016 werd bekend dat Barroso gaat werken bij de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs.[2] Hij is benoemd tot niet-uitvoerend voorzitter van de internationale bankactiviteiten en zal ook als adviseur optreden. Zijn functie komt overeen met die van een president-commissaris in het Nederlandse bestuursmodel.[2]

Barroso's aanstelling bij Goldman Sachs, dat als crediteur van de Griekse staat een kwalijke rol had in het ontstaan van de Europese staatsschuldencrisis, leidde tot ophef. Een groep EU-ambtenaren startte een petitie om hem het pensioen te ontnemen dat hij bij de EU had opgebouwd, die tegen mid-september ruim 140.000 keer ondertekend werd.[3][4] De Europese Commissie gaf opdracht tot een onderzoek door haar ethische commissie naar Barroso's stap, die in strijd kan zijn met de verplichting van ex-commissarissen om integer te handelen. Zijn opvolger Jean-Claude Juncker riep EU-medewerkers op om Barroso voortaan als een lobbyist te behandelen in plaats van een oud-commissaris.[4]

Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Barroso is getrouwd en heeft drie kinderen.

Zie de categorie José Manuel Barroso van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.