John Wayne

Voor de seriemoordenaars, zie John Wayne Gacy en John Wayne Glover.
John Wayne
John Wayne ca. 1965
Algemene informatie
Geboortenaam Marion Robert Morrison
Geboren 26 mei 1907
Overleden 11 juni 1979
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Bijnaam Duke
Handtekening
Handtekening
Officiële website
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

John Wayne, geboren als Marion Robert Morrison (Winterset (Iowa), 26 mei 1907Los Angeles (Californië), 11 juni 1979) was een Amerikaans acteur, actief tussen 1926 en 1976. Aanvankelijk had hij enkele bijrollen in stomme films. Maar hij stapte al snel over op de, toen nieuwe, geluidsfilm. Het bekendst werd hij door zijn rollen in westerns.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Wayne werd geboren in Winterset, Iowa als Marion Robert Morrison. Morrisons voorouders waren voornamelijk van Engelse, Ierse en Schotse afkomst. Zijn vader Clyde Leonard Morrison (1884–1937), was de zoon van Amerikaanse Burgeroorlog veteraan Marion Mitchell Morrison (1845–1915). Morrisons moeder was Mary "Molly" Alberta Brown (1885–1970). Zijn tweede voornaam Robert werd tijdens zijn jeugd in Mitchell gewijzigd. Op jonge leeftijd verhuisde Morrison met zijn ouders naar Zuid-Californië waar zijn vader in Glendale als apotheker werkte. Ook kreeg hij hier de bijnaam Duke — naar zijn hond die hem altijd vergezelde als hij naar school liep. Morrison was op de middelbare school een goede footballspeler en hij kon, na afgewezen te zijn bij de militaire marine academie, met een sportbeurs als financiële ondersteuning rechten gaan studeren aan de University of Southern California (USC). Door een gebroken sleutelbeen eindigde zijn sportcarrière en werd ook zijn beurs beëindigd zodat Morrison de universiteit moest verlaten zonder diploma. Via een kennis met connecties in de filmindustrie kon Morrison beginnen als figurant, hij nam toen ook zijn artiestennaam "John Wayne" aan. Al snel werd hij, wegens zijn door zijn (afgebroken) sportcarrière getrainde en goed uitziende lichaam met een lengte van 1,93 meter, gecast voor rollen in voornamelijk actie- en westernfilms. Geholpen door acteerlessen en zijn vriendschap met western acteur Tom Mix en regisseur Ford kreeg hij al snel belangrijkere rollen.

In 1930 speelde hij de hoofdrol in The Big Trail. De film werd echter een fiasco, waarna Wayne negen jaar lang in 38 B-westerns speelde. In 1939 brak hij door met Stagecoach van regisseur John Ford. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Wayne, door zijn leeftijd geklasseerd als derde klas-reserve, een van de weinige Hollywood-acteurs die niet het leger inging. Bij gebrek aan concurrentie kreeg hij alle kansen om aan zijn carrière op het witte doek te werken. Voor critici werd hij zo tot iemand die van anderen offers eiste die hij zelf nooit bracht. Tijdens en na de oorlog speelde hij vele veldslagen na in films.

Wayne verscheen in veel mannelijke "macho"-rollen in voornamelijk westerns en oorlogsfilms. Hij werkte regelmatig samen met John Ford. Met regisseur Howard Hawks maakte hij de beroemde trilogie: Rio Bravo, El Dorado en Rio Lobo. Alhoewel hij veel films heeft gemaakt, won hij maar één Oscar voor beste mannelijke hoofdrol: voor zijn rol in True Grit (1969). Hij kreeg een nominatie in dezelfde categorie voor de film Sands of Iwo Jima, en als producent kreeg hij een nominatie voor The Alamo.

Wayne speelde zijn laatste rol in 1976 in The Shootist. Tijdens de repetitie kreeg hij te horen dat hij maagkanker had. Hij verscheen voor het laatst in de openbaarheid bij de Oscar-uitreikingen in 1979, toen hij wist dat hij nog kort te leven had. Wayne was broodmager en breekbaar, en droeg een witte pruik, maar had mede op verzoek van zijn kinderen[bron?], laten zien dat hij tot het eind bleef vechten om langer te leven. Wayne overleed in het Ronald Reagan UCLA Medical Center op 72-jarige leeftijd aan maagkanker. Hij is begraven met een eenvoudige steen in het Pacific View Memorial Park in Corona del Mar in Californië.

Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Wayne was drie keer getrouwd en twee keer gescheiden. Wayne sprak vloeiend Spaans en zijn drie echtgenotes waren allen van geheel, of gedeeltelijk, Spaans-Amerikaanse afkomst:

  • Josephine Alicia Saenz (gehuwd 1933 - gescheiden 1945), kinderen: Michael Wayne (1934 – 2003), Mary Antonia "Toni" Wayne LaCava (1936 – 2000), Patrick Wayne (1939), Melinda Wayne Munoz (1940)
  • Esperanza Baur (gehuwd 1946 - gescheiden 1954); geen kinderen
  • Pilar Pallete (gehuwd 1954 tot Wayne's overlijden in 1979); kinderen: Aissa Wayne (1956), John Ethan Wayne (1962), Marisa Wayne (1966).

Verder had Wayne tussendoor nog affaires met actrices Marlene Dietrich en Merle Oberon en zijn secretaresse Pat Stacy maar geen kinderen bij hen.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Standbeeld van John Wayne bij het naar hem genoemde vliegveld van Orange County

Wayne was politiek gezien conservatief rechts en steunde bijvoorbeeld de Amerikaanse deelname aan de Vietnamoorlog. Hij was zijn leven lang een fervent supporter van de Republikeinse Partij.

Volgens vele mede-acteurs was hij aangenaam en tolerant van karakter. Hij hield van zijn vak en zei tegen een interviewster enkele jaren voor zijn dood, dat hij in zijn films gewoon 'zichzelf speelde'. Deze twee woorden geven de kern weer van zijn meer dan 200 films die hij maakte. De rode lijn is steeds weer een goede vent met kleine gebreken, met af en toe een vrouw die voorbij komt en hem op het rechte pad houdt.

In 1973 weigerde acteur Marlon Brando de Academy Award die hij had gewonnen voor The Godfather, "uit protest tegen de behandeling van inheemse Amerikanen door de filmindustrie"; Brando liet zich tijdens ceremonie vertegenwoordigen door de inheems-Amerikaanse actrice Sacheen Littlefeather. Wayne was aan het wachten in de coulissen en moest door zes bewakers worden tegengehouden om te voorkomen dat hij haar van het podium zou halen.[1][2][3]

Zoals vele acteurs droeg Wayne in zijn films een pruik. Zijn eigen haar begon in de jaren 40 zo dun te worden dat hij ook buiten de filmstudio's haarstukjes ging dragen. Voor een documentaire tijdens zijn bezoek aan Vietnam ging hij gekleed in een gevechtspak en droeg hij geen pruik - mede vanwege de vochtige tropische hitte - maar deed er verder ook niet moeilijk over. Een student vroeg hem eens bij een bezoek aan de Harvard-universiteit: "Is it true that your toupée is real mohair?". Wayne antwoordde: "Well sir, that's real hair. Not mine, but real hair."[4]

Wayne overleed aan maagkanker in 1979, maar had in 1964 al eens longkanker gekregen. Na een zware operatie, waarbij een long en enkele ribben werden verwijderd, werd hij genezen verklaard. Er wordt weleens gesuggereerd dat Wayne de longkanker heeft opgelopen door het inademen van radioactieve deeltjes tijdens de opnamen voor The Conqueror (1956). Deze film werd opgenomen in Utah vlak bij een van de testterreinen voor atoomwapens. Meerdere acteurs die aan de film meewerkten, waaronder Susan Hayward en Agnes Moorehead, en ook regisseur Dick Powell kregen later kanker. Wayne zelf ging echter ervan uit dat zijn maagkanker meer te wijten was aan zijn forse drankgebruik,[5] en de longkanker aan het roken van gemiddeld zes pakjes sigaretten per dag[6]. Er is een vliegveld naar hem vernoemd: John Wayne Airport in Orange County in Californië.

Filmografie (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

Een jonge John Wayne samen met Virginia Cherrill in Girls Demand Excitement (1931)
George Bancroft, John Wayne en Louise Platt in Stagecoach (1939)
Wayne in Rio Bravo (1959)
Wayne in The Comancheros (1961)
Rock Hudson en Wayne in The Undefeated (1969)

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
Cliff Robertson
voor Charly
Academy Award voor beste acteur
1969
voor True Grit
Opvolger:
George C. Scott
voor Patton
Zie de categorie John Wayne van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.