James Baker

James Addison Baker III
James Baker
Geboren 28 april 1930
Houston (Texas)
Politieke partij Eerst Democratische Partij, later Republikeinse Partij
Handtekening Handtekening
10e en 16e Stafchef van het Witte Huis
Aangetreden 20 januari 1981
24 augustus 1992
Einde termijn 3 februari 1985
20 januari 1993
President Ronald Reagan
George H.W. Bush
Voorganger Jack Watson
Samuel Skinner
Opvolger Donald Regan
Mack McLarty
61e Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken
Aangetreden 20 januari 1989
Einde termijn 23 augustus 1992
President George H.W. Bush
Voorganger George P. Shultz
Opvolger Lawrence Eagleburger
67e Minister van Financiën
Aangetreden 4 februari 1985
Einde termijn 17 augustus 1988
President Ronald Reagan
Voorganger Donald Regan
Opvolger Nicholas F. Brady
Portaal  Portaalicoon   Politiek

James Addison Baker III (Houston (Texas), 28 april 1930) is een Amerikaanse diplomaat en politicus van de Republikeinse Partij. Hij heeft gediend als stafchef van het Witte Huis (1981-1985 en 1992-1993), als minister van Financiën (1985-1988) en als minister van Buitenlandse Zaken (1989-1992).

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Baker studeerde rechten aan de Princeton-universiteit en aan de Universiteit van Texas in Austin; tussentijds diende hij als officier bij de United States Marine Corps, het Amerikaanse marinierskorps. In 1957 promoveerde hij waarna hij tot 1975 als advocaat aan de slag ging.

Politieke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

James Baker (rechts) tijdens de presentatie van het rapport over Irak in december 2006. In het midden president George W. Bush

Oorspronkelijk behoorde hij tot de Democratische Partij maar die verruilde hij later voor de Republikeinse. In 1970 leidde hij de niet-geslaagde verkiezingscampagne van George H.W. Bush voor de Amerikaanse Senaat.

In 1975 was hij onderminister van Handel onder de Republikeinse president Gerald Ford. Ook leidde hij in 1976 diens niet-succesvolle verkiezingscampagne. In 1978 verloor hij zelf de strijd om het ministerschap van Justitie van de staat Texas.

Baker in Koeweit na operatie Desert Storm in 1991

Onder het presidentschap van de Republikein Ronald Reagan was hij van 1981 tot 1985 stafchef van het Witte Huis en van 1985 tot 1988 minister van Financiën. Om het oplopende Amerikaanse handelstekort te keren was Baker nauw betrokken bij het Plaza-akkoord (1985) en het Louvre-akkoord (1987). In 1988 leidde hij de - ditmaal wel succesvolle - verkiezingscampagne van de Republikein George H.W. Bush. Onder diens bewind was hij van 1989 tot 1992 minister van Buitenlandse Zaken (Secretary of State). Als zodanig was hij in 1990-1991 verantwoordelijk voor de totstandkoming van de internationale troepenmacht die het Iraakse regime van Saddam Hoessein uit Koeweit verdreef in de Golfoorlog. Vervolgens was hij tot begin 1993 opnieuw stafchef van het Witte Huis. Nadat George H.W. Bush de verkiezingen verloor, ging Baker weer als advocaat aan het werk.

Vanaf 1997 was hij als speciale gezant van de Verenigde Naties belast met het conflict tussen Marokko en de bevrijdingsbeweging Polisario over de Westelijke Sahara. Omdat hij er niet in slaagde beide partijen tot een vergelijk te laten komen legde hij deze functie in 2004 neer.

Als hoofd van de Iraq Study Group, beter bekend als de naar hem genoemde Commissie-Baker, bracht hij in december een rapport uit over de zeer gewelddadige toestand in Irak. In deze rapportage werd onder meer geadviseerd de Amerikaanse gevechtstroepen in de loop van 2007 uit Irak terug te halen.

Privé[bewerken | brontekst bewerken]

James Baker huwde in 1953 Mary Stuart McHenry. Zij kregen vier zonen. Mary Stuart stierf in 1970 aan de gevolgen van borstkanker. Later trouwde hij met Susan Garrett, een weduwe met drie kinderen. Susan en James kregen in 1977 nog een dochtertje. Baker behoort tot de Episcopaalse Kerk.