Herman Heijermans

Herman Heijermans
Herman Heijermans in 1923
Algemene informatie
Volledige naam Herman Heijermans
Pseudoniem(en) Ivan Jelakowitch
Samuel Falkland
Koos Habbema
Geboren 3 december 1864
Geboorteplaats Rotterdam
Overleden 22 november 1924
Overlijdensplaats Zandvoort
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep Toneelschrijver
Handtekening Handtekening
Werk
Jaren actief 1893-1924
Genre Toneel
Bekende werken Op hoop van zegen
Schakels
Eva Bonheur
De wijze kater
Dbnl-profiel
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Herman Heijermans (Rotterdam, 3 december 1864Zandvoort, 22 november 1924) was een Nederlands toneelschrijver. Daarnaast schreef hij ook honderden kleine verhaaltjes (Falklandjes, ontleend aan zijn pseudoniem Samuel Falkland). Een ander pseudoniem dat hij gebruikte was Koos Habbema.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Heijermans groeide op als oudste zoon in een liberaal joods gezin met elf kinderen. Herman Heijermans was de jongere broer van beeldend kunstenares Marie Heijermans en de kinderboekenschrijfster Ida Heijermans (1861-1943) en de oudere broer van de sociaal geneeskundige Louis Heijermans. In 1893 begon Heijermans als toneelrecensent bij de net opgerichte krant De Telegraaf. Hij schreef felle kritieken en creëerde daarmee al snel veel vijanden. Hij begon zelf ook toneelstukken te schrijven, die zeer sociaal betrokken waren. Voorbeelden zijn Ghetto (1898), over de bedompte, orthodox-joodse sfeer van sjacheraars en voddenkooplieden, Glück auf! (1911) over de gruwelijke ramp in de mijn Radbod in Westfalen, en het zeer bekende Op hoop van zegen (1900), over de zware omstandigheden van de vissers. De indrukken hiervoor had hij onder meer opgedaan in Scheveningen en Katwijk aan Zee, waar hij enkele jaren woonde en bevriend raakte met de schilder Jan Toorop. De meeste van zijn stukken gingen in première bij de Nederlandsche Toneel Vereniging in Amsterdam, waar Esther de Boer-van Rijk de voornaamste protagoniste was, vooral als Kniertje in Op hoop van zegen en als Eva Bonheur. Heijermans was ook zeer actief in de socialistische beweging. Hij was in 1897 lid geworden van de in 1894 opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP, de voorloper van de PvdA) en schreef voor die partij in 1898 het propagandastuk Puntje. Ook zijn toneelwerk gaf soms blijk van zijn socialistische overtuiging, bijvoorbeeld in De machien (1899). Begin jaren twintig van de 20e eeuw was Heijermans korte tijd directeur van Theater Carré. Heijermans schreef behalve onder eigen naam ook onder een aantal pseudoniemen, waaronder Samuel Falkland (voor de korte verhalen, de Falklandjes), Koos Habbema, Hans Lidi Ficor en Hans Müller.[1]

Herman Heijermans was van 1901-1918 getrouwd met de cabaretzangeres Maria Sophia Peers (1871-1944). Hun dochter Hermine (1902-1983) maakte naam als publiciste; zij schreef o.a. "Mijn vader Herman Heijermans, leven naast roem" (1973), het matig ontvangen Boekenweekgeschenk 1976 "Snikken en Smartlapjes", "Leven met Eros" (1979) en "Jaren vol galgenhumor - 1940-1945" (1981), en in de jaren 60 en 70 schreef zij columns voor Sekstant, het tijdschrift van de NVSH.

In 1918 hertrouwde Heijermans met toneelspeelster Annie Jurgens (1889-1973).[2] Met haar kreeg hij een dochter, Marjolein, en een zoon.

Begrafenis[bewerken | brontekst bewerken]

Herman Heijermans overleed in 1924 op 59-jarige leeftijd in zijn huis in Zandvoort aan de gevolgen van kanker. Zijn begrafenis, georganiseerd door de SDAP, vond plaats in Amsterdam. Illustratief voor zijn populariteit is het grote aantal belangstellenden langs de route van de lijkkoets van Zandvoort naar Amsterdam: de mensen stonden rijen dik.

Er bestaan filmbeelden van Heijermans' begrafenis. Er zijn geen filmbeelden bekend van Heijermans in levenden lijve.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Toneel[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dora Kremer, drama in vier bedrijven[a] (1893)
  • Ahasverus (1893); eenakter. Vertaald als: Ahasver : Schauspiel in einem Aufzug door Paul Raché, 1904
  • Vorstendom (1893); eenakter, later uitgebracht als Ego
  • Fleo[b] (1894). Bevat ook: 'n Jodenstreek?. Eerder verschenen in De Gids, vol. 56, j. 1892, dl. 3, p. [181] - 229; Ahas-verus
  • Puntje (1898); eenakter
  • Het antwoord (1898); eenakter
  • Ghetto, burgerlijk treurspel in 3 bedrijven[c] (1898). Vertaald als: The ghetto, a drama in four acts door Chester Bailey Fernald, 1899; Ghetto, pièce en trois actes door Jacques Lemaire et J. Schürmann, 1901
  • Nummer tachtig, dramatische fantasie in één bedrijf[d] (1898); eenakter
  • De onbekende (1899); eenakter
  • De machien (1899); eenakter
  • Het zevende gebod, burgerlijke zeden-komedie in vier bedrijven[e] (1899). Vertaald als: Das siebente Gebot, bürgerliche Sittenkomödie in vier Akten door Egbert Soltau, 1903
  • Eén Mei[f] (1900)
  • Op hoop van zegen. Spel van de zee in 4 bedrijven[g] (1900). Vertaald als: La bonne espérance. Jeu de la mer en quatre actes door Jacques Lemaire et J. Schurmann, 1902; Naděje : hra z námoří o 4 dějstvích door O.S. Vetti, 1902; Die Hoffnung auf Segen. eine Fischer-Tragödie in vier Akten door O. van Bergh, ca. 1902; Nadzieja : dramat rybacki w czterech obrazach door Jan Kasprowicz, 1902
  • Het pantser[h] (1901). Vertaald als: Der Panzer, romantisches Soldatenspiel in drei Akten door Franziska de Graaff, 1902
  • Ora et labora[i] (1901)
  • Het kind[j] (1903); eenakter
  • Het kamerschut (1903); eenakter
  • Brand in de Jonge Jan (1903); eenakter
  • Schakels[k] (1903). Vertaald als: Kettenglieder, ein fröhliches Spiel am häuslichen Herd in vier Aufzügen, 1904
  • Buren; eenakter
  • Bloeimaand, spel-van-de-stad in drie bedrijven[l] (1903)
  • Saltimbank; eenakter
  • Allerzielen, een zinnebeeldig spel in drie bedrijven[m] (1904)
  • Artikel 188 (1905)
  • De meid[n] (1905)
  • Feest, een gevangenisschets in één bedrijf[o] (1906); eenakter
  • De dasspeld (1906); eenakter
  • Verloving (1906)
  • Uitkomst (1907)
  • Vreemde jacht, een spel in drie bedrijven[p] (1907)
  • De grote vlucht, satirieke komedie in vier bedrijven[q] (1908)
  • De opgaande zon (1908)
  • De schone slaapster (1909)
  • Nocturne (1910); eenakter
  • Verveling (1910); monodrama
  • Beschuit met muisjes. Een familie-gebeurtenis in drie bedrijven[r] (1910)
  • Glück auf! (1911)
  • Brief in schemer (1914); eenakter
  • De buikspreker (1914); eenakter
  • Een heerenhuis te koop (1914); eenakter
  • Robert en Bertram en Comp. (1914)
  • Dageraad, verbeeldingsspel in 4 bedrijven[s] (1916)
  • Eva Bonheur, een genoegelijk tooneelspel in 3 bedrijven[t] (1916)
  • De wijze kater, een boosaardig sprookje in 3 bedrijven[u] (1917)
  • No. 17, of: De noodlottige gelijkenis (1919)[3]
  • Pitten (1918); eenakter
  • De vliegende Hollander, of De groote weddenschap. Een blijmoedig spel in vier bedrijven[v] (1920)
  • Van ouds "De Morgenster". Tooneelspel in drie bedrijven[w] (1923)
  • Intiem diner. levensschets[x] (1924)
  • Dubbel graf. Levensschets[y] (1924). Bevat ook: De straf; Aubade
  • Het raadsel. Levensschets[z] (1924). Bevat ook: Schaduwspel; Klein verraad

Het verzameld toneelwerk verscheen in drie delen als Herman Heijermans Toneelwerken (red. G.A. van Oorschot, S. Carmiggelt, H.A. Gomperts, A. Koolhaas, H.H.J. de Leeuwe, H.S.F. Heijermans. Uitg. G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1965)

Proza[bewerken | brontekst bewerken]

  • 'n Jodenstreek? (1892); novelle. Vertaald als: Ein Judenstreich door R. Ruben, 1903
  • Trinette, schets[aa] (1892); novelle
  • Fleo (1893); prozagedicht
  • Schetsen van Samuel Falkland (1897-1914); schetsen, achttien delen
  • Sabbath (1897); novelle
  • Interieurs (1898); verhalen
  • Kamertjeszonde. Herinneringen van Alfred Spier[ab] (1896); roman
  • Erezaken (1903)
  • Diamantstad[ac] (1904); roman
  • Kleine verschrikkingen (1904); schetsen
  • Drijvende klompjes (1904); schetsen
  • Gevleugelde daden (1905); schetsen
  • Biecht eener schuldige. Aanteekeningen van een getrouwde vrouw[ad] (1905); dagboekroman
  • Kleine vertelsels[ae] (1906); schetsen
  • Wat niet kon[af] (1907); verhalen
  • Joep's wonderlijke avonturen (1907); roman
  • Berliner Skizzenbuch; schetsen
  • Een wereldstad. Berlijnsche impressies en schetsen[ag] (1908)
  • De roode Filibustier (1909); roman
  • Duczika (1911); roman
  • Droomkoninkje (1924); roman
  • Levensschetsen (1924); verhalen
  • Vuurvlindertje (1925); roman, onvoltooid
  • De moord in de trein (1925); roman, onvoltooid, afgemaakt door A.M. de Jong

Non-fictie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tooneel en maatschappij (1899); uiteenzetting
  • De jonge gids[ah] (1897-1901). Redacteur
  • 24 Stunden in der Irrenanstalt (1910); brochure, alleen in Duitsland verschenen

Secondaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Buste van Herman Heijermans uit 1935 gemaakt door Joseph Mendes da Costa in Amsterdam
  • 1927 - F. Hulleman: Heijermans-herinneringen
  • 1934 - G. Karsten: Herman Heijermans, novellist, romancier, dramaturg
  • 1949 - B. Groeneveld: Herman Heijermans
  • 1954 - Seymour L. Flaxman: The dramatic work of Herman Heijermans
  • 1964 - G. Borgers en anderen:Herman Heijermans. Schrijversprentenboek
  • 1965 - Annie Heijermans-Jurgens:Herman Heijermans' laatste levensjaren
  • 1967 - C.A. Schilp: Herman Heijermans
  • 1971 - E. de Jong: Met waarachtige zorg. De toneelschrijver Herman Heijermans
  • 1973 - Hermine Heijermans: Mijn vader Herman Heijermans; leven naast roem
  • 1974 - Wim J. Simons (keuze en inleiding): Samuel Falkland. Schetsen en vertellingen
  • 1996 - Hans Goedkoop: Geluk. Het leven van Herman Heijermans, universitair proefschrift, Arbeiderspers, Amsterdam

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Herman Heijermans van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.