Heinrich Harrer

Heinrich Harrer
Harrer tijdens de Frankfurter Buchmesse in 1997
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 6 juli 1912
Geboorteplaats Obergossen (Hüttenberg)
Overlijdensdatum 7 januari 2006
Overlijdensplaats Friesach[1]Bewerken op Wikidata
Locatie graf Graf op Find a Grave
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Ontdekkingsreizen
Klimsport
Tibetologie
Bekend van Zeven jaar in TibetBewerken op Wikidata
Alma mater Universiteit van GrazBewerken op Wikidata
officiële website
Portaal  Portaalicoon   Tibet
Himalaya

Heinrich Harrer (Obergossen (Hüttenberg, Karinthië), 6 juli 1912Friesach (Karinthië), 7 januari 2006) was een Oostenrijkse bergbeklimmer en auteur van verschillende boeken. Zijn bekendste boek is Sieben Jahre in Tibet (Zeven jaar in Tibet) dat als basis diende voor de documentaire Seven Years in Tibet uit 1956 waarin hij zelf meespeelde en de meermaals bekroonde verfilming uit 1997 met Brad Pitt als Harrer in de hoofdrol.

Harrer was een bewonderaar van de Zweedse tibetoloog Sven Hedin.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Jonge jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Harrer studeerde vanaf 1933 geografie en sport aan de Universiteit van Graz. Hij financierde zijn studies door klim- en skilessen te geven en studeerde in 1938 af.[2] Voordat Harrer aan zijn "bergcarrière" begon was hij een succesvol skiër. Hij zou aan de Olympische Winterspelen van 1936 deelnemen voor het Oostenrijkse skiteam, maar dit boycotte de Spelen na een conflict over de profstatus van skileraren. In 1937 werd Harrer Academisch Wereldkampioen afdaling skiën. Harrer bleef een sportman. In zijn latere lievelingssport golf werd hij in 1958 Oostenrijks kampioen.

Op 24 juli 1938 beklom hij met Anderl Heckmair, Fritz Kasparek en Ludwig Vörg als eerste de Eiger-noordwand in Zwitserland. Harrer nam een hakenkruisvlag mee. De Noordwand werd ook wel de moordwand genoemd omdat zoveel bergbeklimmers hier stierven.

Harrer werd daarop door Adolf Hitler ontvangen en de SS benoemde hem tot sportinstructeur met de rang van Oberscharführer oftewel sergeant. Hij was al in 1933 lid van de NSDAP geworden. De baan bij de SS was een sinecure, het betekende dat de amateursporter een vast inkomen kreeg. Harrer is nooit actief geweest in de SS.[3]

Vlak na zijn door Heinrich Himmler aangemoedigde huwelijk[3] met Lotte Wegener (de jongste dochter van de meteoroloog en geoloog Alfred Wegener) in december 1938, vertrok hij in 1939 in opdracht van de SS naar India, maar hij keerde niet terug naar Oostenrijk tot 1952. In Karachi werden de expeditiegangers door Indiase soldaten gevangengenomen en naar het interneringskamp Ahmednagar en later naar Dehra Dun gebracht. In die tijd leerde hij Tibetaans, Hindi en Japans en probeerde eerst twee maal tevergeefs te vluchten. Op 29 april 1944 lukte het Harrer om samen met Peter Aufschnaiter te ontsnappen en over 65 Himalayapassen naar Tibet te vluchten. In Lhasa, de hoofdstad van Tibet, bouwde Harrer een dam, tekende een stadsplattegrond, ontwierp de opdruk voor de Tibetaanse postzegels en de bankbiljetten srang en thangka en werd zelfs vertrouweling van de jonge godkoning, de dalai lama (Tenzin Gyatso). In de herfst van 1950 rukten de Chinese troepen Tibet binnen en moesten vele Tibetanen en ook Harrer vluchten. Deze periode wordt beschreven in zijn boek Zeven Jaren in Tibet. Hij leerde in deze tijd de dalai lama kennen en woonde zeven jaar in Lhasa.

Expedities[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog maakte Harrer diverse reizen met de afgetreden Belgische koning Leopold III.[4] In 1953 deed hij een expeditie naar de Andes en beklom de Ausangate, in 1954 een naar Alaska. In 1962-1963 volgde een Nieuw-Guinea-expeditie waar hij als eerste de Carstenszpiramide beklom, met zijn 4884 m de hoogste berg van Oceanië.

In 1966 deed hij een expeditie dwars door Suriname en het Amazonebekken heen. In 1969 ging hij naar Frans-Guyana, 1970 Groenland, 1971 Soedan, 1972 Borneo, 1973 Nepal, 1975 de Andamanen, 1976 Ladakh, 1977 het Rwenzori-gebergte, 1978 Sikkim, 1980 Sikkim en Bhutan, 1981 weer Nepal en in 1982 keerde hij voor het eerst weer terug naar Tibet. In 1983, 1984 en 1986 reisde hij opnieuw door Bhutan.

Erkenningen[bewerken | brontekst bewerken]

Heinrich-Harrer-Museum in Hüttenberg

In 1982 werd het Heinrich-Harrer-Museum geopend in Hüttenberg. In 1992 kwam het pelgrimspad Lingkor bij dat door de dalai lama zelf werd ingewijd.

Harrer heeft in zijn leven heel wat erkenningen gekregen. In 1964 kreeg hij de titel professor en het grote Verdienstkruis van de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland, het grote gouden Ehrenzeichen van de deelstaat Karinthië en van de deelstaat Stiermarken, het Oostenrijkse Ereteken voor de wetenschap en de kunst, de gouden Humboldt-Medaille, de Eremedaille van de Explorer-Clubs uit de Verenigde Staten en in 2002 de Light of Truth Award van de International Campaign for Tibet. In 1995 werd hij in de Curie van de wetenschappen in Oostenrijk opgenomen. Heinrich Harrer heeft de meer dan 25 expedities waaraan hij heeft deelgenomen in ongeveer 20 boeken beschreven. Ook heeft hij diverse televisie programma's over zijn expedities gemaakt voor voornamelijk de ORF. De film Seven years in Tibet heeft Harrer bij het jonge publiek bekendgemaakt.

Heinrich Harrer overleed op 93-jarige leeftijd op zaterdag 7 januari 2006 om 6.45 in het Deutschordensspittal in Friesach (Karinthië). Hij werd op zaterdag 14 januari 2006 op de begraafplaats van Hüttenberg begraven.

Expedities[bewerken | brontekst bewerken]

In 1952 kwam Harrer terug naar Europa, waarna hij een groot aantal expedities ondernam:

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sieben Jahre in Tibet: mein Leben am Hofe des Dalai Lama, uitg. Ullstein, Wenen (1952).
  • Nederlandse vertaling Zeven jaar in Tibet : mijn leven aan het hof van de Dalai Lama, uitg. Pax, 's-Gravenhage (1953, diverse heruitg.).
  • Die weisse Spinne: die Geschichte der Eiger-Nordwand, uitg. Wenen (1958), ook verschenen onder de titel Das Buch vom Eiger
  • Nederlandse vertaling De Witte Spin: geschiedenis van de Eiger-noordwand, uitg. Albini, Amsterdam (1988, diverse heruitg.) ISBN 90-6714-026-0
  • Tibet, verlorene Heimat (1959)
  • Nederlandse vertaling Tibet is mijn vaderland, autobiografie van de broer van de dalai lama, Thubten Jigme Norbu
  • Ich komme aus der Steinzeit: ewiges Eis im Dschungel der Südsee, uitg. Ullstein, Berlijn (1963).
  • Geister und Dämonen: magische Abenteuer in fernen Ländern, uitg. Ullstein, Berlijn (1969).
  • Die letzten Fünfhundert: Expedition zu den Zwergvölkern auf den Andamanen, uitg. Ullstein, Berlijn (1977) ISBN 3-550-06574-4
  • Nederlandse vertaling De laatste 500: een expeditie naar de dwergvolken van de Andamanen, uitg. Elmar, Delft (1979) ISBN 90-6120-159-4
  • Ladakh: Götter und Menschen hinterm Himalaya, uitg. Pinguin-Verlag, Innsbruck (1978) ISBN 3-524-76002-3
  • Der Himalaja blüht : Blumen und Menschen in den Ländern des Himalaja / Heinrich Harrer, uitg. Pinguin-Verlag, Innsbruck (1980) ISBN 3-524-76031-7
  • Wiedersehn mit Tibet, uitg. Pinguin-Verlag, Innsbruck (1983)
  • Nederlandse vertaling Terugkeer naar Tibet, uitg. Hollandia, Baarn (1989, diverse heruitg.) ISBN 90-6410-046-2
  • Meine Forschungsreisen, Pinguin-Verlag, Innsbruck (1986) ISBN 3-7016-2242-6
  • Borneo: Mensch und Kultur seit ihrer Steinzeit, uitg. Pinguin-Verlag, Innsbruck (1988) ISBN 3-7016-2294-9
  • Lost Lhasa - Heinrich Harrer's Tibet, uitg. Abrams, New York (1992) ISBN 0-8109-3560-0 en ISBN 0-8109-2789-6
  • Mein Leben, uitg. Econ Ullstein List, München (2002) ISBN 90-450-1048-8
  • Nederlandse vertaling Mijn leven, uitg. Atlas, Amsterdam (2003) ISBN 90-450-1048-8
  • Denk ich an Bhutan, ISBN 978-3776624397 (2005)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Gerald Lehner, Zwischen Hitler und Himalaya: Die Gedächtnislücken des Heinrich Harrer, 2006
  • De witte Spin,Eerste druk 1958. Harrer beschrijft de geschiedenis van de vele al dan niet succesvolle pogingen om de beroemde noordwand van de Eiger te beklimmen. Hoewel zeker niet de hoogste en qua moeilijkheidsgraad ook niet de moeilijkste noordwand op aarde blijft de Eiger tot de verbeelding spreken. De allereerste pogingen in de jaren dertig van de twintigste eeuw liepen op niets uit, hoewel veel markante plaatsen op de wand er een naam aan over hebben gehouden (het Dodenbivak, de Hinterstoisser-traverse, het Zwaluwennest).

Na vele pogingen en slachtoffers wist een viertal mannen onder wie Harrer zelf in 1938 de top te bereiken via de noordwand. Hoewel de klimtechniek en -uitrusting sindsdien een grote sprong hebben genomen geldt de Eiger-noordwand ook nu nog als zeer moeilijk.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]