Groothoofdspoort

Groothoofdspoort
De Groothoofdspoort vanaf de rivier; rechts is de gotische zijgevel zichtbaar
Locatie
Locatie Dordrecht
Adres Boomstraat 39Bewerken op Wikidata
Coördinaten 51° 49′ NB, 4° 40′ OL
Status en tijdlijn
Oorspr. functie vestingwerk
Bouw gereed 15e eeuw
Verbouwing 1618, 1692
Restauratie 1975
Architectuur
Bouwstijl gotiek, maniërisme
Erkenning
Monumentstatus rijksmonument
Monumentnummer 13310
Detailkaart
Groothoofdspoort (Binnenstad)
Groothoofdspoort
Lijst van rijksmonumenten in Dordrecht
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
Kunst & Cultuur

De Groothoofdspoort is een nog bestaande stadspoort in de Zuid-Hollandse stad Dordrecht. Het rijksmonument werd wegens verregaande bouwvalligheid in de jaren 1969-1975 gerestaureerd en deels gereconstrueerd.

Naam en situering[bewerken | brontekst bewerken]

De poort is gelegen op het Groothoofd, de kade waar drie rivieren samenkomen: de Oude Maas, de Merwede en de Noord. Het was de plaats waar al in de middeleeuwen de bezoekers aan de stad aan land kwamen. Als in de oudste stadsrekeningen van 1285 en 1286 sprake is van "het hoofd" ("an hoeft"), wordt daar waarschijnlijk het Groothoofd mee bedoeld. Begin 14e eeuw wordt het aangeduid als "hoeft (...) achter s'Jan Putocs" en "hoeft (...) bider groeter brugge", verwijzingen naar respectievelijk de Puttoxtoren die hier destijds stond, en naar de Boombrug. De benaming "Groothoofd" komt vanaf de 15e eeuw voor: "opten groten hoofde" (1409) en "buyten den diick op tslick vanden groten hode" (1446). Een stadspoort op deze plek wordt voor het eerst vermeld in 1496 als "puyticx poert", maar de nog bestaande poort is zeker ouder en werd mogelijk voorafgegaan door een kleinere poort.[1]

Pas na de verbouwing van de poort in 1618 verschijnt de naam Groothoofdspoort in de bronnen als "Groote hooftspoort" (1640). Cornelis Pronk noteerde bij een tekening van Paulus van Liender (1731-1797) van het Groothoofd: "De Groote Hoofd Poort te Dordt".

Het gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

In de literatuur varieert de datering van de bouw van eind 14e eeuw – en gelijktijdig met de Vlaamse hal, die in 1544 tot stadhuis werd verbouwd – tot circa 1440-1450. Het gebouw heeft relatief dunne muren en was daarom niet bedoeld als een zware verdedigingstoren, maar eerder als een representatieve entree tot de stad.[2]

Tijdens de ingrijpende restauratie in de jaren 1969-1975 werd veel duidelijk over het 15e-eeuwse uiterlijk van de poort. Het gebouw is aan de stadszijde breder dan aan de rivierzijde heeft daardoor een trapeziumvormige plattegrond. Tijdens een opgraving werden aan de stadszijde resten van de fundering van een toren gevonden, die deels voor de stadspoort stond. Dit was waarschijnlijk de Puttoxtoren, waarvan bekend is dat hij in 1607 is ingestort en daarna grotendeels is afgebroken. Omdat de versiering die in 1618 aan de binnenzijde van de poort is aangebracht, aan de linkerzijde ontbreekt, heeft daar op dat moment waarschijnlijk nog een traptoren gestaan die voorheen toegang gaf tot zowel de Puttoxtoren als de verdieping van de Groothoofdspoort. Volgens Matthijs Balen (1677) bevond zich hier in de 17e eeuw de gijzelkamer, waar personen gevangen werden gezet die hun schulden niet konden voldoen. Hij maakt althans melding van "De Steen- en 't Gyzel-Huys, nu genoemd Uytwijk, Weleer belend an Puttox-Torn" (dwz. "naast de Puttoxtoren").[3]

De gotische oorsprong is nog af te lezen aan het gewelf van poortdoorgang, dat opnieuw is opgemetseld tijdens de restauratie. Ook aan de noordelijke zijgevel zijn nog gotische fragmenten bewaard gebleven, zoals de aanzet van een arkeltorentje en een vensternis met driepas. Tijdens de verbouwing van 1618 werd de poort versierd met beeldhouwwerk van Gillis Huppe in maniëristische stijl. Op het dak kwam een klokkentorentje, waardoor bovenbouw van de poort leek op de Rotterdamse Ooster Oude Hoofdpoort aan de Oude Haven die in 1856 werd afgebroken. In 1692 werd de kap vervangen door de huidige koepel. De voorpoort in Lodewijk XV-stijl aan de rivierzijde dateert uit de 18de eeuw en verving een oudere voorpoort.

Versiering[bewerken | brontekst bewerken]

Boven de doorgang is de Hollandse of Dordtse Maagd te zien. De maagd is gezeten in een tuin, hier in de betekenis "omheining", die enerzijds haar ongehuwde staat symboliseert, maar anderzijds verwijst naar de onneembaarheid van de stad Dordrecht, doordat zij is omgeven door water. In haar ene hand heeft zij het wapen van Dordrecht en in de andere hand een palmtak. Rondom haar zijn wapens van 15 Nederlandse steden afgebeeld, die in relatie met Dordrecht stonden.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Mieke van Baarsel (1992): Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd. De straatnamen van de historische binnenstad van Dordrecht, Hilversum: Verloren
  • Matthijs Balen (1677): Beschryvinge Der Stad Dordrecht, Dordrecht
  • W. van den Berg (1977): De restauratiewerkzaamheden aan de Groothoofdspoort te Dordrecht, uitgevoerd in de jaren 1969-1975, Vereniging Oud-Dordrecht: Jaarverslag 1976, p. 3-31
  • J.L. van Dalen (1931-1933): Geschiedenis van Dordrecht, Dordrecht: Morks (herdruk uit 1987, Schiedam: Scriptum)
  • J.M. de Groot et al. (1977): Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht, Dordrechts Museum
  • Johan Hendriks & Jan Koonings (2001): Van der stede muere. Beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Dordrecht: Vereniging Oud-Dordrecht, Jaarboek 2000
  • Jan van Herwaarden et al. (1996): Geschiedenis van Dordrecht tot 1572, Dordrecht / Hilversum
  • R. Meischke; H.J. Zandkuijl; P.T.E.E. Rosenberg (1997): Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland, Zwolle/Amsterdam
  • Margrit Elisabeth Stades-Vischer (1983): Het stadhuis te Dordrecht, Gemeentelijke Archiefdienst Dordrecht
  • A. Staring (1941): De steenhouwer Gillis Huppe (1576-1650) en zijn Dordtsche werken, Bulletin NOB, vierde serie, tiende jaargang (1941), p. 20-33
Zie de categorie Groothoofdspoort van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.