George Albert Boulenger

George Albert Boulenger

George Albert Boulenger (Brussel, 19 oktober 1858Saint-Malo, 23 november 1937) was een Belgisch-Brits zoöloog die veel dieren voor het eerst wetenschappelijk heeft beschreven. Boulenger beschreef vooral vissen, reptielen en amfibieën.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Boulenger was de enige zoon van Gustave Boulenger, een Belgische notaris, en Juliette Piérart, afkomstig uit Valenciennes. Hij volgde de Vrije Universiteit van Brussel, studeerde aldaar tot 1876 natuurlijke historie en was vervolgens werkzaam bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen als assistent natuurwetenschappen. Hij bestudeerde hier amfibieën, reptielen en vissen en beschreef ook summier de in 1878 in het Belgische Bernissart ontdekte Iguanodons (Iguanodon bernissartensis Boulenger (1881)). Gedurende deze tijd bezocht hij onder meer het Muséum national d'histoire naturelle in Parijs en het British Museum in Londen. In 1880 werd hij uitgenodigd om bij het Natural History Museum te komen werken; dit was indertijd een afdeling van het British Museum en werd bestuurd door dr. Albert Carl Lewis Gotthilf Günther. De taak van Boulenger werd om de amfibieën in de collectie te classificeren. Door zijn werk kwam Boulanger in dienst van het toenmalige Britse Rijk te werken en hij moest aldus de Britse nationaliteit aannemen. In 1882 werd hij benoemd tot assistent eerste klasse van de afdeling zoölogie en in deze functie bleef hij werkzaam tot zijn pensionering in 1920.

Na zijn pensionering ging Boulenger rozen bestuderen en publiceerde hij 34 artikelen over botanische onderwerpen en twee boeken over de rozen van Europa. Volgens tijdgenoten was hij een methodisch man met een groot geheugen, dat hem in staat stelde om iedere soort en wetenschappelijke naam die hij ooit gezien had te onthouden. Daarnaast kon hij goed schrijven en had zelden of nooit een kladversie nodig; er waren maar weinig correcties nodig als zijn werk naar de drukker ging. Boulenger speelde ook viool, sprak Frans, Duits en Engels en kon Spaans, Italiaans en een beetje Russisch lezen. Als botanicus was hij daarnaast bekend met Grieks en Latijn. In 1921 had hij al 875 artikelen geschreven (meer dan 5.000 pagina's) en daarnaast 19 monografieën over vissen, amfibieën en reptielen. De lijst van zijn publicaties en de index daarvan heeft een lengte van 77 gedrukte pagina's. Hij beschreef 1.096 soorten vissen, 556 soorten amfibieën en 872 soorten reptielen. In zijn tijd was hij bekend om zijn monografieën over amfibieën, vissen, hagedissen en andere reptielen. Een voorbeeld daarvan is zijn monografie over de vissen van Afrika. Boulenger was lid van de American Society of Ichthyologists and Herpetologists en werd in 1935 gekozen als erelid. In 1937 werd hij door België benoemd in de Leopoldsorde; dat was een hoge eer voor een burger.

In 1897 vroeg koning Leopold wetenschappers te helpen het Congomuseum op bouwen en in te richten en benoemde Boulenger tot voorzitter van de commissie. Zijn belangrijkste ontdekking in 1921 was een vreemde vis uit Congo. Dit dier was blind en pigmentloos. Hij zag dat de vis een geheel nieuwe soort was en niet verwant met enige andere vis in Afrika. Hij beschreef vervolgens in een kort artikel de nieuwe grottenvis en noemde het dier Caecobarbus geertsii (van caecus = blind, barbus = zoetwatervis, en geertsii naar de persoon, G. Geerts, die hem van het eerste exemplaar voorzag). Tegenwoordig is het dier beter bekend als de blinde Congolese of Afrikaanse zoetwatervis. Het artikel werd gepubliceerd in Nature.

Soorten (selectie) die Boulenger beschreef[bewerken | brontekst bewerken]

Amfibieën[bewerken | brontekst bewerken]

Vissen[bewerken | brontekst bewerken]

Reptielen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]