Flageolet (speelwijze)

Een flageolettoon, of kort flageolet, is een meestal op snaarinstrumenten voortgebrachte toon die een van de hogere harmonischen is van de toon van een losse snaar, voornamelijk twee of driemaal zo hoog. Een flageolettoon wordt gevormd als een snaar op de juiste plek licht aangeraakt wordt, waardoor andere harmonischen uit het spectrum (grotendeels) verdwijnen. De naam is afkomstig van een inmiddels in de vergetelheid geraakt houten blaasinstrument flageolet met een klank die enigszins overeenkomt met een flageolettoon op de viool.

Principe[bewerken | brontekst bewerken]

Flageoletten en hun bijbehorende snaarlengtes

Door het licht indrukken en van de snaar op een bepaalde positie (doorgaans met de vinger) zullen alleen de harmonischen klinken die op dat punt een knoop op de snaar hebben. Op dat punt trillen deze harmonische niet en kunnen dus ook niet gedempt worden. Alle andere worden wel gedempt.
Alle even harmonischen hebben bijvoorbeeld een knoop die precies op het midden van de snaar zit. Dempt men precies het midden van de snaar dan zullen alle oneven harmonischen verdwijnen. Deze even harmonischen vormen in feite een toon waarvan de frequentie twee keer zo hoog is, oftewel een toon die een octaaf hoger klinkt. Houdt men een vinger op precies 1/3 van de lengte van de hele snaar dan zullen alleen de 3e harmonische en iedere veelvoud hiervan (6e, 9e, 12e, etc.) overblijven. Hierdoor klinkt er een toon met een drie keer zo hoge frequentie (een duodecime hoger).

Flageoletten worden zowel bij getokkelde instrumenten, zoals de gitaar of harp, als bij strijkinstrumenten toegepast.

Flageoletten op strijkinstrumenten[bewerken | brontekst bewerken]

Bij een viool kan men flageoletten op twee manieren maken:

  • Bij de zogenaamde natuurlijke boventonen wordt de flageolet op een open snaar gespeeld. Dat wil zeggen dat de linkerhand de snaar niet aanraakt, behalve op de plek waar de snaar licht ingedrukt wordt.
  • Bij de zogenaamde onnatuurlijke boventonen wordt een noot normaal gespeeld met bijvoorbeeld de wijsvinger van de linkerhand en tegelijkertijd met de pink ingedrukt op een vierde van het trillende gedeelte van de snaar. Dit geeft een toon die twee octaven hoger klinkt. Bij een cello gebeurt dit met de duim en de ringvinger.

De Tromba marina of "nonnentrompet", een zeldzaam eensnarig strijkinstrument, wordt uitsluitend door middel van flageoletten op open snaren bespeeld, waardoor dezelfde natuurtonen als op een signaaltrompet kunnen worden geproduceerd.

Flageoletten op gitaar[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de gitaristen: Er zijn twee soorten harmonischen: de natuurlijke (natural harmonics), en de artificiële (pinch harmonics). Beide soorten berusten op de reeds beschreven theorie.

Natural harmonics speel je eigenlijk op exact dezelfde manier als op bovenstaande afbeelding. Je drukt zachtjes een snaar in vlak boven een bepaalde fret (zonder hem tot tegen de fret te duwen), en slaat ze aan. Als je de twaalfde fret op de gitaar aanslaat, zal de snaar in 'twee trillende helften' verdeeld worden, met één punt dat niet meetrilt, namelijk het stuk boven de twaalfde fret. Om je snaar op deze wijze in drie te verdelen (en dus een toon aan te slaan met een frequentie die drie maal zo hoog is) druk je boven de zevende fret. In vier verdelen gebeurt boven de vijfde fret., De 4e, 5e, 6e, enz. boventonen liggen naast de frets, omdat de gelijkzwevende toonschaal licht onzuiver is.

Pinch harmonics/artificial harmonics zijn iets moeilijker, maar ze berusten op hetzelfde systeem. Je begint met een snaar vlak voor een fret in te duwen, alsof je een gewone noot zou aanslaan. (Voor beginners wordt de twaalfde fret op de B -of G-snaar aangeraden). Vervolgens pak je het plectrum anders vast. De truc is om hem hoger in de hand vast te pakken, zodat je als je de snaar aanslaat, deze zowel met het plectrum als met de duim raakt. De plaats waar je op deze manier de snaar aanslaat is niet hetzelfde. Er zijn verschillende plaatsen op dezelfde snaar die harmonischen met verschillende frequenties zullen opleveren. Aangezien het systeem hetzelfde is als bij natural harmonics kun je deze plaatsen 'berekenen'. Ook hier verdeel je de snaar immers in een natuurlijk aantal trillende segmenten. Klassieke gitaristen passen hetzelfde principe toe door met de ringvinger (a) de snaar aan te slaan, terwijl de wijsvinger (i) boven de snaar wordt gehouden in de gewenste positie. Voorbeelden van complete melodieën die op deze manier worden gespeeld zijn te horen op opnames van de gitaarmuziek van Barrios door de Australische meestergitarist John Williams.

Gitaristen gebruiken ook vaak flageoletten om hun instrument op het gehoor te stemmen. Op de lage E snaar wordt dan een flageolet ter hoogte van de vijfde fret gespeeld en daar kort achteraan een flageolet op de zevende fret op de A snaar. Wanneer deze noten gelijktijdig klinken en niet zuiver dezelfde noot ten opzichte van elkaar zijn treedt er bij een geringe afwijking een soort trilling in het geluid op. Door een van beide snaren te verstemmen zullen beide tonen als één "strakke" toon gaan klinken. Dit herhaalt men vervolgens op de naast gelegen snaren om ook de D-snaar en de G snaar te stemmen. De hoge E-snaar wordt dan gestemd door een flageolet op de twaalfde fret met een flageolet op de vijfde fret van de lage E te vergelijken. De B-snaar wordt als laatste gestemd door een flageolet op de vijfde fret met een flageolet op de zevende fret van de hoge E-snaar te vergelijken.

3rd bridge-gitaar[bewerken | brontekst bewerken]

Zie 3rd bridge-gitaar voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een 3rd bridge-gitaar is een elektrische gitaar met een toegevoegde derde brug. Deze brug wordt op een flageoletpositie geplaatst. Vervolgens kan een boventoon geproduceerd worden door de snaar achter de derde brug aan te slaan. Het snaargedeelte dat boven de pickup hangt zal in een gezamenlijke harmonische boventoon trillen die overeenkomt met de flageolet van die positie. Tevens klinkt de tegenliggende consonante toon van de afwezige grondtoon en de aanslagtoon. Er ontstaat dus een klank die is opgebouwd uit drie tonen: aanslagtoon, boventoon, resonerende consonante tegenliggende noot. Dit geluid wordt vaak benoemd als een klok-geluid, omdat dat een soortgelijke samenstelling heeft.

Op blaasinstrumenten[bewerken | brontekst bewerken]

Ook op blaasinstrumenten, zoals de dwarsfluit, zijn flageoletten mogelijk. Hier worden ze gerealiseerd door de luchtstroom zodanig aan te passen dat een (doorgaans zacht klinkende) boventoon gehoord wordt.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]