Eutychius van Constantinopel

Eutychius
ca. 512 - 582
Zestiende-eeuwse icoon van Eutychius
Patriarch van Constantinopel
Periode 552 - 565
Voorganger Mennas
Opvolger Johannes III Scholasticus
Patriarch van Constantinopel
Periode 577 - 582
Voorganger Johannes III Scholasticus
Opvolger Johannes IV Nesteutes
Geboren ca. 512
Theium, Frygië
Overleden 5 april 582
Constantinopel

Eutychius van Constantinopel (Grieks: Ευτύχιος, Eutychios) (Theium (Frygië), ca. 512 - Constantinopel, 5 april 582) was gedurende twee periodes patriarch van Constantinopel, namelijk tussen 552 en 565 en tussen 577 tot aan zijn dood. Zijn feestdag is in de oosters-orthodoxe kerken op 6 april.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Vroege leven[bewerken | brontekst bewerken]

Het leven van Eutychius is goed gedocumenteerd. Een volledige biografie over zijn leven is overgeleverd door zijn kapelaan Eustathius van Constantinopel. Eutychius werd geboren in de plaats Theium in Phrygië. Zijn vader Alexander was een generaal in het leger van Belisarius. Op dertigjarige leeftijd werd hij monnik in Amaseia. Hij groeide uit tot archimandriet en werd gerespecteerd door patriarch Mennas. Na diens dood werd hij door keizer Justinianus I voorgedragen om dat ambt op zich te nemen.

Patriarchaat[bewerken | brontekst bewerken]

In de tijd dat Eutychius patriarch werd bevond paus Vigilius zich in Constantinopel en deze vroeg hem om de kerkvergadering voor te zitten over de Driekapittelstrijd, namelijk het Tweede Concilie van Constantinopel. In deze strijd stond Eutychius aan de zijde van de keizer en in 562 wijdde hij de nieuwe kerk, Hagia Sophia, in. Eutychius kwam echter in aanvaring met zijn keizer omdat deze enkele ideeën aanhing van Julianus van Halicarnassus, namelijk dat het lichaam van Christus vanaf het moment van zijn conceptie, onvergankelijk, onsterfelijk en onoverwinnelijk was, zoals het was na de opstanding, en dat het lijden en de dood aan het kruis een wonder was dat tegengesteld was aan de normale omstandigheden van Christus' menselijkheid. Op 22 januari 565 werd Eutychius opgepakt door keizerlijke soldaten terwijl hij de mis las in de Kleine Hagia Sophia.

Eutychius werd eerst naar een klooster gestuurd, maar hij weigerde te verschijnen voor de keizerlijke rechtbank die hem wilde veroordelen. De keizer verbande hem. Eerst werd hij naar het eiland Principus in de Propontis gestuurd en uiteindelijk naar zijn oude klooster in Amaseia. Daar verbleef hij ruim twaalf jaar.

Tweede periode[bewerken | brontekst bewerken]

Na de dood van patriarch Johannes III Scholasticus vroeg het volk van Constantinopel om de terugkeer van Eutychius. In 577 werd hem gevraagd om terug te keren naar zijn oude post en nam hij die functie weer aan. Rondom zijn laatste jaren was Eutychius van mening dat de wederopstanding van het lichaam van Christus "subtieler dan lucht zou zijn" dan iets tastbaars. Hij werd op deze denkwijze aangevallen door Gregorius de Grote die indertijd als Apocrisiarius in Constantinopel verbleef. Keizer Tiberius II Constantijn greep in bij het conflict en veroordeelde het standpunt van Eutychius en liet diens boek met diens ideeën verbranden.[1]

Eutychius stierf op de zondag na Pasen op zeventigjarige leeftijd en werd opgevolgd door Johannes IV Nesteutes.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brief aan paus Vigilius
  • Verhandeling over Pasen (fragment)