Jöns Jacob Berzelius

Jöns Jacob Berzelius
Jöns Jacob Berzelius
Jöns Jacob Berzelius
Algemene informatie
Land Zweden
Geboortedatum 20 augustus 1779
Geboorteplaats Väversunda
Overlijdensdatum 7 augustus 1848
Overlijdensplaats Adolf Fredriks parish
Begraafplaats Solna cemetery
Werk
Beroep scheikundige, non-fictieschrijver, academisch docent, arts, apotheker
Werkveld scheikunde
Werkgever(s) Karolinska Instituut, Universiteit van Uppsala
Werkplaats Stockholm
Bekende werken Undersökning af några i trakten kring Fahlun funna fossilier, och af deras lagerställen
Functies seat 5 of the Swedish Academy
Leerlingen Lars Fredrik Svanberg, James Finlay Weir Johnston
Promovendi Friedrich Wöhler, Nils Johan Berlin, Heinrich Rose, James Finlay Weir Johnston, Lars Fredrik Svanberg, Carl Gustaf Mosander
Studie
School/universiteit Universiteit van Uppsala, Katedralskolan
Promotor Johan Afzelius
Familie
Echtgenoot Elisabet Johanna Poppius
Persoonlijk
Etniciteit Zweden
Talen Zweeds, Frans
Diversen
Lid van Royal Society, Academie van Nuttige Wetenschap, Deutsche Akademie der Wissenschaften Leopoldina, Kungliga Vetenskapsakademien, Académie des sciences, Russische Academie van Wetenschappen, Zweedse Academie, American Academy of Arts and Sciences, Pruisische Academie van Wetenschappen, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Kungliga Vitterhets Historie och Antikvitets Akademien, Accademia Nazionale delle Scienze detta dei XL, Beierse Academie van Wetenschappen en Geesteswetenschappen, Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België, Accademia delle Scienze di Torino
Prijzen en onderscheidingen Copley Medal (1836),[1] Orde van Verdienste voor Kunst en Wetenschap, Foreign Member of the Royal Society (29 april 1813), Ridder in de Orde van de Poolster (28 januari 1815), Commandeur in de Orde van Vasa (28 januari 1821)
graf
graf
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata.
U kunt die informatie hier bewerken.

Jöns Jacob Berzelius (Väversunda, 20 augustus 1779Stockholm, 7 augustus 1848) was een Zweedse chemicus die samen met John Dalton en Antoine Lavoisier als een van de grondleggers van de moderne scheikunde wordt beschouwd. Berzelius was de ontdekker van de elementen silicium, seleen, thorium en cerium in de tijd dat hij werkzaam was bij de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen. In 1837 werd hij lid van de Zweedse Academie.

Aan de universiteit van Uppsala studeerde hij voor dokter en in 1807 werd hij professor aan de universiteit van Stockholm. Kort daarop schreef hij een leerboek over chemie voor zijn medische studenten. Hij deed veel onderzoek naar geleiding en ontdekte onder andere dat anorganische verbindingen bestonden uit verschillende elementen in constante verhoudingen. Hierop baseerde Berzelius een tabel van relatieve atoommassa's van alle toen bekende elementen. In deze tabel kreeg zuurstof de massa 100.

Hij gebruikte deze kennis om de samenstelling van koolwaterstoffen te bepalen. Koolwaterstoffen, bijvoorbeeld uit aardolie, kunnen worden gescheiden in zuivere (samengestelde) stoffen door gefractioneerde destillatie. De verbrandingsproducten zijn water en koolstofdioxide, en de hoeveelheden van die twee stoffen na volledige verbranding leveren de samenstelling in koolstof en waterstof.[2]

In 1836 beschreef hij het verschijnsel der katalyse: een stof, katalysator genaamd, kan een chemische reactie versnellen of zelfs mogelijk maken en naderhand onveranderd overblijven.[3]

In 1838 ontdekte hij eiwitten die later een belangrijke rol speelden in de verdere ontwikkeling van de biochemie.

Een andere belangrijk systeem dat door Berzelius is opgezet zijn de systematische symbolen voor chemische elementen. Zuurstof gaf hij het symbool 'O' en ijzer 'Fe'. De verhoudingen van atomen in verbindingen gaf hij aan met een getal. Enige verschil met de huidige schrijfwijze is dat Berzelius superscript (H2O) gebruikte en tegenwoordig subscript (H2O) wordt gebruikt voor dit doeleinde.

In 1949 publiceerde Erik Jorpes een biografie over Berzelius in het Zweeds die in 1966 ook in andere talen werd uitgebracht.