Luchtcomponent van Defensie

Luchtcomponent van Defensie
Embleem Luchtcomponent van Defensie
Luchtcomponent van Defensie
Land België
Specialisatie luchtoperaties
Aantal Ca. 6500
Commandanten Generaal-majoor Thierry Dupont[1]

De Luchtcomponent van Defensie is de Belgische koninklijke luchtmacht en de benaming voor een deel van de Belgische defensie. De luchtcomponent kan binnen korte tijd wereldwijd worden ingezet voor luchtembargo’s, doelgerichte bombardementen, verlenen van luchtsteun, als luchtpolitie, voor humanitair transport, internationale opleidingen of voor hulp aan de natie.

Naast de Luchtcomponent bestaat de Belgische defensie uit:

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste Belgische luchtschip, de Belgique.

De Luchtcomponent, een onderdeel van de Belgische strijdkrachten begon als onderdeel van de genie in 1887 als Compagnie des Ouvriers du Génie, wat later werd hernoemd in Compagnie des Ouvriers et d'Aérostiers du Génie. Dit legeronderdeel hield zich voornamelijk bezig met het gebruik van luchtballonnen.

Op 7 juli 1910 nam de Belgische luchtvaartpionier Jules de Laminne de Minister van Oorlog Hellebaut mee voor een luchtdoop met zijn Farman vliegtuig. De minister was daarna zo enthousiast dat hij budgetten vrijmaakte voor de aankoop van vliegtoestellen.[2]

Op 15 september kocht Clément de Saint Marq, bevelhebber van Compagnie des Ouvriers et d'Aérostiers du Génie, het eerste vliegtuig voor dit legeronderdeel via de vliegschool van Jules de Laminne. De eerste piloten werden ook opgeleid door de Laminne.[2] Op 1 mei 1911 startte het leger zijn eigen vliegschool te Brasschaat.

Een Henri Farman-Jero HF.3 op het vliegveld te Brasschaat.

Op 16 april 1913 kregen de militaire vliegers hun eigen legeronderdeel, Compagnie d'Aviateurs. De nieuwe eenheid zorgde voor een scheiding tussen de tuigen die lichter dan lucht zijn (luchtballon of luchtschip) en de toestellen die zwaarder dan lucht zijn.[2]

Toen België bij de Eerste Wereldoorlog werd betrokken, bestond het onderdeel uit vier escadrilles, uitgerust met diverse typen Farman-Jero-machines en één vrijwilligersescadrille met pioniers als Jan Olieslagers en Jules Tyck. De Compagnie werd in maart 1915 omgedoopt tot Militair Vliegwezen; deze was toen uitgebreid tot 6 squadrons. De Spad was een van de gebruikte toestellen.

Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bestond het Militaire Vliegwezen uit drie actieve Luchtmachtregimenten.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog was het Militaire Vliegwezen actief als Belgische Luchtvaartsectie binnen de Royal Air Force.

Belgische piloten die sneuvelden bij de aanvallen op de bruggen van Vroenhoven en Veldwezelt op 11 mei 1940

Mettertijd werden de jachtvliegtuigen vervangen door meer moderne vliegtuigen zoals de Republic F-84 Thunderstreak, CF 100 Canuck, Hawker Hunter, Lockheed F-104 Starfighter, Fouga Magister, Alpha Jet, Mirage 5 en ten slotte de huidige Lockheed Martin F-16 Fighting Falcon. In juli 2008 werden zestien overtollige F-16 Fighting Falcons verkocht aan Jordanië. In oktober 2018 besliste de overheid om 34 Lockheed Martin F-35's te kopen. Ook de transport- en trainingsquadrons hebben eenzelfde ontwikkeling ondergaan, maar met een kleiner aantal vliegtuigtypen.

Bij de invoering van de eenheidsstructuur op 2 januari 2002 werd de naam gewijzigd in Luchtcomponent. De eenheidsstructuur had tot gevolg dat de machten (Landmacht, Luchtmacht, ...) als zelfstandige macht verdwenen en er een eenheidscommando werd opgericht.

Een direct gevolg van de nieuwe Luchtcomponent was dat VS1 (Hoofdkwartier Luchtmacht) en HK TAF (Hoofdkwartier Tactische Luchtmacht) verdwenen. Ook bracht dit de sluiting van verschillende eenheden met zich mee (20 W Sp, 21 & 22 Log W ... : Evere Noord). De vele honderden personeelsleden werden overgeplaatst. Meestal bleven ze in het Brusselse tewerkgesteld.

Tegenwoordig zijn ook de Agusta A109 helikopters overgeheveld van de Landcomponent naar de Luchtcomponent. Ook het 80 UAV Sqn met B-hunters (basis in Florennes) behoren tot de Luchtcomponent.

Bevelhebbers van de Belgische luchtmacht[bewerken | brontekst bewerken]

De collectie oude vliegtuigen van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel
  • 1913-1915: Emile Mathieu
  • 1915-1916: Théophile Wahis
  • 1916-1920: Roland Van Crombrugge
  • 1920-1928: Jules Smeyers
  • 1928-1933: Maurice Gillieaux
  • 1933-1938: Félix Isserentant
  • 1938-1940: Paul Hiernaux
  • 1946-1956: Lucien Leboutte
  • 1956-1960: Frans Burniaux
  • 1960-1963: Albert Henry
  • 1963-1971: Jean Ceuppens
  • 1971-1977: Albert Debeche
  • 1977-1983: Marcel de Smet
  • 1983-1985: Maurice Dedeurwaerder
  • 1985-1988: Jacques Lefebvre
  • 1989-1991: Alexander Moriau
  • 1991-2000: Guido Vanhecke
  • 2000-2001: Michel Mandl
  • 2001-2005: Michel Audrit
  • 2005-2009: Gerard Van Caelenberge
  • 2009-2014: Claude Van de Voorde
  • 2014-2020: Frederik Vansina
  • 2020-heden: Thierry Dupont

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

  • COMOPSAIR (Commandement Opérationnel AIR) hoofdkwartier Luchtcomponent in Kwartier Koningin Elisabeth Evere.
    • 1e Wing/Bevekom. Kwartier Charles Roman in Bevekom. Inzet en onderhoud Agusta A109 en NH90 TTH Helikopters, Alpha Jet 1B, SF-260M/D Marchetti & Piper L21-B Super Cub. Personeel: ongeveer 1300 militairen en burgers
    • Meteo Wing. Inzet bij vakopleidingen meteopersoneel en operationeel meteopersoneel op de vliegbases. Personeel: 150
    • Aviation Safety Directorate (ASD). Regelgeving vliegveiligheid en eventuele inzet na vliegongevallen. Personeel: 50 rechtstreeks onder Commandant Luchtcomponent
    • Competentiecentrum Luchtcomponent (CC air). Opleidingscentrum voor al het vliegend en niet vliegend personeel in Bevekom. Detachement in Oud Heverlee (Interservice Kynologische opleidingen). Personeel: 200 militairen (zonder cursisten)
    • 1e Wing/Koksijde Met Alouette III & NH90 NFH Helikopters in Koksijde. Inzet bij search-and-rescue, medische evacuaties, ondersteuning aan andere defensie eenheden, uitvoering rampenplannen, opdrachten voor de regering en andere federale diensten, opsporing vermiste personen en kustbewaking. Personeel: ongeveer 400 militairen en burgers
    • 2e Tactische Wing Florennes. Kwartier Jean Offenberg in Florennes. Inzet van 2 F-16smaldelen voor NATO Response Force (NRF). Personeel: 1150 militairen
    • UAV (Drone) squadron in Florennes. Inzet luchtverkenning en opsporing met B-hunter, vanaf 2025 MQ-9B drones. Personeel: 150 militairen
    • 10e Tactische Wing; Kleine-Brogel. Kwartier Du Monceau de Bergendal in Kleine-Brogel. Inzet F-16 bij operaties en high intensity conflicten, luchtbewaking en voor NRF taken. Personeel: 1700 militairen (incl. USAF personeel voor speciale onderhoud/beveiligingstaken)
    • 15e Wing Luchttransport in Melsbroek. Kwartier Groenveld. Inzet 2 smaldelen luchttransport met C-130H, later A400M, Airbus A321, Dassault Falcon 20E en 900B en Embraer ERJ-135 en ERJ-145. Personeel: ongeveer 450 militairen en burgers
    • Air Traffic Control Center (ATCC) in Steenokkerzeel. Colocatie met de civiele luchtverkeersleiding op de site van skeyes. Inzet bij opleiding militaire luchtverkeersleiders en bij dagelijkse militaire luchtverkeersleiding. De radarinstallatie staat in Semmerzake. Personeel: ongeveer 300.[3]
    • Control and Reporting Center (CRC) in Bevekom. Inzet radar luchtruimbewaking, NATO alarmering en eventueel QRA-aansturing boven de Benelux.[4] Personeel: 300

Benelux-samenwerking[bewerken | brontekst bewerken]

Naar analogie van de Benelux-samenwerking bij de Zeestrijdkrachten (BeNeSam) hebben de regeringen van de Benelux-landen het plan opgevat om te streven naar samenwerking op het gebied van Luchtstrijdkrachten.[5] Als aanzet zijn deze concrete stappen ondernomen:

  • Oktober 2013 - Belgisch/Nederlandse overeenkomst getekend over een uitwisselingsprogramma voor vliegers en over de inrichting van een "Belgian-Netherlands Coordination Cell" (BENECC) om de training en operationele inzet van de helikoptereenheden te coördineren. Beide landen houden reeds gezamenlijke oefeningen. Ook is begonnen met de uitwisseling van leerlingen bij de opleiding van gevechtsleiders. De gezamenlijke training op en het gezamenlijke onderhoud van de NH-90-helikopter worden verder uitgewerkt.
  • Februari 2014 - oprichting op de Vliegbasis Woensdrecht van de "Binationale Logistieke Cel NH-90" (BNLC) waarmee Nederland en België streven naar het zo laag mogelijk houden van de kosten van de instandhouding van de NH-90. Het doel van dit ‘Common Spares Management’ project is om bij gelijkblijvende kosten de maximale inzetbaarheid van de NH-90 te bereiken door pooling van onderdelen. Per eind 2016 is dit een volledige samenwerking geworden. Daarnaast onderzoeken Nederland en België de mogelijkheid om het hoger onderhoud aan de helikopter gezamenlijk uit te voeren op het Logistiek Centrum Woensdrecht eventueel in samenwerking met de industrie. Hierbij werd nogmaals aangegeven dat het streven is om in de toekomst eventueel te komen tot een Benelux Helikoptercommando. Ook wordt een studie uitgevoerd naar een gecombineerde eenheid voor opleiding en training van overlevingstechnieken voor vliegtuigbemanningen. Aanvankelijk onder binationaal commando maar op termijn eventueel onder een Benelux-commando.
  • Maart 2015 - verdrag ondertekend [6] inzake de luchtbewaking en QRA inzet boven België, Nederland en Luxemburg. Dit verdrag werd eind 2016 effectief.[7] Gelijktijdig werd ook overeengekomen dat Nederlandse helikopters van het Defensie Helikopter Commando ingezet kunnen worden bij bestrijding van branden in België.
  • September 2015 - officialisering door de commandant van de Medische Component van het Benelux-akkoord voor ingebruikname van de "Patient Transport Unit" (PTU). De Benelux-landen gaan voortaan samenwerken bij medische evacuaties via de lucht en zullen het personeel dat met de module moet werken samen opleiden en trainen.
  • Hoewel Luxemburg geen luchtmacht heeft werd wel een Airbus A400M transportvliegtuig aangeschaft met de hulp van de Belgische Luchtcomponent van Defensie. Dit toestel moet in 2019 aan Luxemburg worden geleverd.
  • Juli 2016 werd bekend dat vanaf 2020 de huidige twee bestaande Nederlandse KDC-10-tankvliegtuigen worden vervangen door twee Airbus A330 MRTT tanker/transportvliegtuigen. Deze zijn gezamenlijk aangeschaft met Luxemburg.[8] België gaf aan om toe te treden tot deze Nederlands-Luxemburgse geinitieerde MRTT NATO Tanker/Transportvliegtuig pool en tekende in 2017 de officiële intentieverklaring om in te stappen in het aankoopprogramma en één Airbus A330 MRTT tanker-transportvliegtuig bij te dragen.[9][10] In februari 2018 heeft België formeel de deelname in de samenwerking bevestigd en heeft de MRTT Pool 1 extra A330 MRTT besteld. Deze zal worden geregistreerd worden bij de Koninklijke Luchtmacht en worden gelegerd op de Vliegbasis Eindhoven.[11]
  • In December 2021 zijn de laatste C-130 uitgefaseerd, na 50 jaar trouwe dienst en wordt de migratie naar de Airbus A400M ingezet.

Materieel[bewerken | brontekst bewerken]

Gevechtsvliegtuigen Aantal Afbeelding Status
F-16 Fighting Falcon 53[12][13][bron?] gefaseerde uitdienststelling vanaf 2023
F-35 Lightning II 0 34 besteld (levering vanaf 2023, eerste toestellen in VS gestationeerd voor opleiding)
Transportvliegtuigen Aantal Afbeelding Status
Airbus A400M 7 7 geleverd
Helikopters Aantal Afbeelding Status
NH90 TTH/NFH 8[14] Actief, 4 stuks voor marine (NFH) en 4 stuks voor leger (TTH) [15]
Agusta A109 10[16] Actief, worden vervangen door 15 H145M helikopters
UAV's Aantal Afbeelding Status
MQ-9B 0 (6) 4 in bestelling

(levering 2023) [17], 2 extra toestellen worden later aangeschaft[18]

Passagiertoestellen Aantal Afbeelding Status
Dassault Falcon 7X 2 2 toestellen worden gehuurd bij Abelag [19][20]
Lesvliegtuigen Aantal Afbeelding Status
SIAI-Marchetti SF.260 32[21] Actief

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden in de categorie Air force of Belgium.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]