Autoluw

Not Just Bikes legt het autoluw-concept uit (2019)

Met autoluw wordt bedoeld dat ergens sprake is van relatief weinig gemotoriseerd verkeer. Het is niet hetzelfde als "autovrij": autoluw wordt meestal omschreven als "nagenoeg autovrij" of "bijna autovrij".[1][2]

Veelal is dit in bebouwde kommen van dorpen of bepaalde gedeelten in steden. Ook de zogenaamde woonerven kan men onder autoluwe gebieden rekenen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Not Just Bikes vergelijkt autoluwe gebieden in Nederland en Canada (2020).

Het idee van autoluwe gebieden kwam op in de 20e eeuw, vooral nadat de auto in de jaren vijftig en zestig steeds meer plaats in ging nemen in de steden, waardoor binnensteden steeds onveiliger werden.
Een van de meer prominente voorbeelden van autoluwte in de geschiedenis was het Verkeerscirculatieplan Groningen uit de jaren 1970.[1] In de Groningse binnenstad werd toen het zogenaamde 'sectorenmodel' gehanteerd, wat inhield dat als men van de ene naar de andere buurt wilde, men de hele wijk uit moest om in de andere buurt te komen. Niet-gemotoriseerd verkeer kon zich rechtstreeks verplaatsen. Een ander voorbeeld hiervan is terug te vinden in Houten.

Veelal werden in de jaren zeventig en in de eerste helft van de jaren tachtig zogenaamde 'bloemkoolwijken' gebouwd. Bloemkoolwijken kunnen ook onder autoluwe gebieden worden gerekend, omdat de meeste woonerven in zo'n wijk zodanig zijn opgezet dat doorgaand verkeer zeer lastig of onmogelijk is. Woonerven zijn vooral van belang voor spelende kinderen, omdat het verkeer veel langzamer door een woonerf moet en kan rijden dan door een 'gemiddelde' woonbuurt.

In de jaren negentig was het bij de Rijksoverheid in Nederland inmiddels duidelijk dat er in verschillende steden (en dorpen) behoefte was aan autoluwe centra; het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (1999) merkte daarom op: 'In binnensteden geeft de auto niet alleen de daar verblijvende voetgangers veel overlast maar rijdt de auto wegens het ruimtegebrek aldaar tevens de fiets en het openbaar vervoer, soms letterlijk, in de wielen. De tijd lijkt rijp om het niet-noodzakelijke autoverkeer uit de binnensteden te weren. De kwaliteit van het openbaar vervoer en voor het fietsen kan op die manier sterk worden verbeterd zonder dat op grote schaal extra voorzieningen hoeven te worden getroffen.'[3]

In oktober 2019 lanceerde de gemeente Amsterdam de Agenda Autoluw, een pakket van 27 maatregelen dat een verdere uitwerking vormde van reeds jarenlang gevoerd beleid om de stad veiliger, rustiger en schoner te maken. Auto's werden verder teruggedrongen door het 'knippen' van doorgaande routes middels barrières en het opheffen van parkeerplaatsen (vooral bij kades en grachten, waar de maximumsnelheid 30 km/u zou worden), terwijl overige weggebruikers zoals fietsers (extra fietsroutes) en voetgangers meer ruimte kregen en er meer haltes voor trams en bussen kwamen (waarbij kinderen tot en met 11 jaar op woensdagmiddag en in het weekend gratis met het openbaar vervoer konden reizen).[4] Het programma kon rekenen op een meerderheid in de gemeenteraad, maar er was nog kritiek op en twijfels over de plannen, die om aanpassing vroegen in specifieke gevallen waarin deze averechts zouden kunnen werken.[5]

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Canada[bewerken | brontekst bewerken]

Frankrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook Lijst van voetgangerszones § Nederland voor voetgangerszones.

Ook zijn er steeds vaker kleine steden en grote dorpen die autoluwe centra hebben ingevoerd, waaronder tussen de jaren 2000 en 2010 de volgende plaatsen met minder dan 30.000 inwoners: Hardenberg, Lichtenvoorde, Lunteren, Nijverdal en Panningen.[16] In Sneek is begin 2024 een proef van een jaar begonnen met een autoluwe binnenstad.[17] Apeldoorn kondigde in 2023 aan vanaf 2026 een autoluw centrum in te voeren (en in 2025 een milieuzone).[18]

Spanje[bewerken | brontekst bewerken]

  • Barcelona (Catalonië): anno mei 2021 waren er enkele "Super Blocks", autoluwe zones in wijken zoals Barri de Sant Antoni (sinds 2019, in het district Eixample) en Poblenou (in het district Sant Martí). Deze bestonden onder meer uit autovrije pleinen, straten waar auto's stapvoets moeten rijden en meer voetpaden met groenstroken. Na het succes van Sant Antoni (meer verkeersveiligheid, schone lucht en 30% meer omzet van winkels in de buurt) kondigde burgemeester Ada Colau eind 2020 aan dat er nog 500 andere Super Blocks zouden worden aangelegd in Barcelona.[19]

Verenigde Staten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Fresno (Californië): de Fulton Mall werd heringericht als autoluwe straat, maar was niet succesvol en werd in 2016 opnieuw een autostraat.[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

  • Autovrije dag
  • Fietsstraat
  • Milieuzone of lage-emissiezone (LEZ) – zone in woonplaatsen waar zeer vervuilende motorvoertuigen niet zijn toegestaan
  • Voetgangersgebied – zone in woonplaatsen waar alleen voetgangers (en soms fietsers, bestemmingsverkeer en hulpdiensten) zijn toegestaan
  • Venstertijden – door de gemeente bepaalde tijdstippen waarop winkels in een bepaald gebied bevoorraad mogen worden door vrachtwagens.
  • Zone met beperkt verkeer – zone in sommige binnensteden in Europa (met name Italië) waar overdag geen personenauto's zijn toegestaan