Antillianen

Onder de noemer Antillianen zijn in Nederland de inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden en hun nazaten bekend. Het betreft de inwoners van de Benedenwindse eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao, en de Bovenwindse eilanden Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius. Deze eilanden tellen samen ruim 350.000 inwoners. Daarnaast wonen in Nederland ruim 150.000 Antillianen. Antillianen bezitten – als burgers van het Koninkrijk der Nederlanden – de Nederlandse nationaliteit.

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

De Antillianen hebben een grote diversiteit aan voorouders, hetgeen bepaald is door de geschiedenis van de Antillen. Tot de komst van de Spanjaarden in 1493 werden de Antillen bewoond door indianen. In het begin van de 16e eeuw werd het grootste deel van de indianen afgevoerd als slaven, waarna de Spanjaarden het grootste deel van de bevolking uitmaakten. In 1634 kwam Curaçao in Nederlandse handen en vestigden zich ook Nederlanders op de eilanden. Na 1665 werden de Antillen een doorvoerhaven voor Afrikaanse slaven, die verhandeld werden door de West-Indische Compagnie. Een klein deel van de slaven bleef achter en werd ingezet op de plantages.

De Bovenwindse eilanden werden aan het eind van de 15e eeuw door de Spanjaarden ontdekt. De eilanden wisselden regelmatig van "eigenaar". De bevolking stamt af van Afrikaanse slaven, Engelsen, Schotten, Ieren, Fransen en Nederlanders.

Religie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Curaçaoënaars zijn voor 90% christelijk, waarvan 72,8% rooms-katholiek is. 6% heeft geen religie (2011).
  • Bonairianen zijn voor 84,8% christelijk, waarvan 68,3% rooms-katholiek is. 12% heeft geen religie (2013).
  • Sint Maartenaren zijn voor 82,2% christelijk, waarvan 49% protestant is (respectievelijk 14,7% pinksterbeweging, 10% methodist, 6,6% zevendedagsadventist, 4,7% baptist). 33,1% is rooms-katholiek. 7,9% heeft geen religie (2011).

Talen[bewerken | brontekst bewerken]

De Antillianen van de Benedenwindse eilanden spreken Papiaments als eerste taal en Nederlands tweede taal. Op de Bovenwindse eilanden is de omgangstaal Engels.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]