Annexatie van de Krim (2014)

Dit artikel gaat specifiek over de annexatie van het Krim-schiereiland. Voor de algemene Russisch-Oekraïense Oorlog, zie Russisch-Oekraïense Oorlog.
Annexatie van de Krim
Onderdeel van Russisch-Oekraïense Oorlog
 De Krim
 Rusland
Datum 20 februari 2014 – 19 maart 2014[1]
Locatie Vlag van Oekraïne Oekraïne:
Autonome republiek van de Krim
Sebastopol

sommige districten van de Cherson Oblast (tot december 2014, ook na februari 2022)

Resultaat Er werd een referendum gehouden en de Krim werd bij Rusland gevoegd
Strijdende partijen
Vlag van Rusland Rusland Vlag van Oekraïne Oekraïne
Van links naar rechts: S. Aksyonov, V. Konstantinov, V. Poetin en A. Chalyi.
Ondertekening van het verdrag inzake de toelating van de Republiek van de Krim en de stad Sebastopol tot de Russische Federatie

De annexatie van het schiereiland de Krim (met uitzondering van het door Oekraïne geregeerde deel van de Schoorwal van Arabat) door Rusland vond plaats op 18 maart 2014, als onderdeel van de Russisch-Oekraïense Oorlog.

Voor Rusland is de Krim van groot strategisch belang doordat daar, in Sebastopol, een grote basis van de Zwarte Zeevloot ligt, en vanwege de controle over de Straat van Kertsj. Ook de ontdekking van grote gasreserves (2,3 biljoen m³) in het Oekraïense deel van de Zwarte Zee, kan een rol hebben gespeeld.[2] Rusland poogde de ontginning ervan onder contract te leggen, maar zag de Oekraïense regering in januari 2013 voor Royal Dutch Shell kiezen.

De Russische premier Dmitri Medvedev liet op 24 februari 2014 weten het nieuwe bewind in Kiev niet te erkennen: "Het is moeilijk voor ons om met zo'n regering samen te werken, maar sommige andere landen denken daar anders over. Het lijkt me een dwaling om een regering die via een gewapende opstand aan de macht komt, wettig te noemen". Ook verklaarde hij: "De levens van Russen en de Russische belangen in Oekraïne staan op het spel".[3]

Op de Krim werd op 27 februari 2014 het parlementsgebouw in de regionale hoofdstad Simferopol bezet door tientallen gewapende mannen. Ze hesen de Russische vlag.[4] Twee vliegvelden, bij Simferopol en Sebastopol, werden door Russische militairen bezet. Ook het gebouw van de Oekraïense staatstelevisie in Simferopol werd door een pro-Russische militie of Russische militairen bezet.

Op 16 maart 2014 werd op de Krim en in de stad Sebastopol een referendum gehouden over de status van het schiereiland, waarna Rusland de Krim inlijfde op zijn grondgebied. Noch Oekraïne, noch de EU, noch de Verenigde Staten erkenden de stemming en het begin van de bezetting van de Krim.

In feite werden de resultaten van het referendum en de opkomst vervalst door het Russische leiderschap: volgens het rapport van de presidentiële raad voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en de mensenrechten werd de werkelijke opkomst bij het Krimreferendum geschat op slechts 30%, waarvan slechts 50-60% (in tegenstelling tot het Russische cijfer van 97%) voor aansluiting bij Rusland stemde.

Volgens Vladimir Poetin was de annexatie nodig op de Krim om de etnische Russen en de Zwarte Zeevloot te beschermen.

Simferopol op de Krim

De Oekraïense regering maakte bekend dat Oekraïne Rusland zou gaan aanklagen vanwege de annexatie van de Krim. Volgens het Oekraïense persbureau Unian zou de Oekraïense regering bij onder meer het Internationaal Zeerechttribunaal en het Internationaal Gerechtshof de annexatie aanhangig maken.

Russische militairen op de Krim, 9 maart 2014

Economische implicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de salarissen aanvankelijk (direct na de annexatie) stegen, vooral die van overheidsmedewerkers, werd dit al snel gecompenseerd door de prijsstijgingen als gevolg van de waardevermindering van de roebel. Vervolgens, nadat de Russische autoriteit was opgericht, werd het loon opnieuw met 30% tot 70% verlaagd. Het toerisme, voorheen de belangrijkste industrie van de Krim, had met name te lijden; het was in 2015 50% lager dan in 2014.[5][6]

Internationale reacties[bewerken | brontekst bewerken]

Het Europees Parlement nam op 27 februari 2014 een resolutie aan, waarin het zei nog steeds open te staan voor de associatieovereenkomst en zelfs een Oekraïens EU-lidmaatschap, zolang Oekraïne zich zou houden aan de voorwaarde van democratische en grondwettelijke vrijheden, de rechten van minderheden zou respecteren en een rechtsstaat zou garanderen. Op korte termijn moesten er vrije en eerlijke presidents- en parlementsverkiezingen plaatsvinden. De EU moest Oekraïne helpen met corruptiebestrijding, economisch herstel en hervormingen. Separatisme diende niet te worden aangewakkerd, maar de rechten van de Russische minderheid moesten wel gewaarborgd blijven. Rusland diende de territoriale integriteit van Oekraïne te respecteren.[7]

Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties liet weten "zeer bezorgd te zijn over de verslechterende situatie in Oekraïne en in het bijzonder over de recente ontwikkelingen die een gevaar zijn voor de natie, vrijheid en territoriale integriteit van het land". Hij riep in een telefoongesprek met Poetin op tot een dialoog met de autoriteiten in Kiev.[8]

De Amerikaanse president Barack Obama verklaarde op 28 februari 2014: "Gedurende deze hele crisis zijn we duidelijk geweest over één fundamenteel principe: het Oekraïense volk verdient het recht om zijn eigen toekomst te bepalen. Samen met onze Europese bondgenoten hebben we opgeroepen tot een einde aan het geweld en Oekraïners aangemoedigd om een koers te volgen waarin zij hun land stabiliseren, een regering smeden met een brede basis en dit voorjaar nieuwe verkiezingen houden."[9]

NAVO-secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen meldde op 1 maart 2014 in een tweet: "Rusland moet Oekraïnes soevereiniteit, territoriale integriteit & grenzen respecteren, ook met betrekking tot de beweging van Russische troepen in Oekraïne." In een andere schreef hij: "Dringende behoefte aan de-escalatie in de Krim. NAVO-bondgenoten blijven de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten houden."[10]

Op 2 maart liet de NAVO na spoedberaad in een officiële verklaring weten dat Rusland zijn leger moest terugtrekken, omdat het door zijn militaire ingrijpen in Oekraïne het internationale recht schond.[11]

De Belgische premier Elio Di Rupo schreef op 1 maart 2014 in een tweet: "Russische troepen in Oekraïne: zeer bezorgd door situatie. België vraagt het strikte respect van het internationaal recht door iedereen."[12]

De Nederlandse minister-president Mark Rutte vertelde de media op 1 maart 2014 dat het voor Nederland belangrijk was om "nauw op te trekken met onze bondgenoten Duitsland en Engeland en Amerika". Binnen NAVO-verband moest Nederland er volgens Rutte voor zorgen dat het land op een verstandige manier probeerde de situatie niet te laten escaleren.[13] Op 2 maart stuurde minister Timmermans van Buitenlandse Zaken een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij verslag deed van de ontwikkelingen en aangaf wat het standpunt van de Nederlandse regering is.[14]

Volgens de Duitse bondskanselier Angela Merkel schond de Russische president Vladimir Poetin de internationale rechten. Dit zei Merkel in een persoonlijk telefoongesprek met de Russische president.[15]

Op 4 maart 2014 hadden Barack Obama en Angela Merkel telefonisch contact over de situatie op de Krim. Hieruit vloeit een voorstel voort om de crisis te beëindigen. Het voorstel aan Rusland behelsde drie punten:

  • Rusland moet zijn troepen terugtrekken naar de eigen legerbases.
  • Het aantal Russische soldaten in Oekraïne moet beperkt worden tot 11.000 manschappen.
  • Internationale waarnemers moeten worden toegelaten die gaan toezien op het naleven van de rechten van etnische Russen in Oekraïne.[16]

De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties beschouwde het referendum op 16 maart 2014 als illegaal.[17] Op 27 maart 2014 nam de Algemene Vergadering met 100 stemmen vóór, 11 tegen en 58 onthoudingen resolutie 68/262 aan, waarin het door de Moskou-gesteunde referendum van de Krim ongeldig werd verklaard.[18]

Onder de landen die de annexatie van de Krim door de Russische Federatie in de VN veroordeelden, waren de Verenigde Staten, alle landen van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, Jordanië en Georgië. Een ander gevolg was dat Zweden en Finland, die voorheen militair neutraal waren, de soevereiniteit van Rusland over het Krim-schiereiland niet erkenden en begonnen te overwegen om zich aan te sluiten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en de samenwerking met de NAVO te versterken.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Antoon KRUFT, Rusland, Oekraïne en de Krim. Historische wortels van een conflict. Aspekt, 2016. ISBN 978-94-6153-731-7
  • Pynnöniemi, Katri, Rácz, András (red), 2016. Fog of Falsehood: Russian Strategy of Deception and the Conflict in Ukraine. Finnish Institute of International Affairs.
  • The Incorporation of Crimea by the Russian Federation in the Light of International Law. Tagungsband zum Symposium am 2. und 3. September 2014 in Heidelberg, Zeitschrift für ausländisches öffentliches Recht und Völkerrecht (Heidelberg Journal of International Law) 75/1 (2015), S. 1–231 (Hrsg. Christian Marxsen, Anne Peters und Matthias Hartwig).
Zie de categorie Annexatie van de Krim van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.