Anesthesie

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Specialist prof. dr. Luc Herregods (UGent) over anesthesie - Universiteit van Vlaanderen

Anesthesie (van het Griekse ἀναισθησία, "geen gewaarwording") is het proces om de waarneming van pijn en andere negatieve gevoelens te blokkeren. Dit stelt patiënten in staat om chirurgische en andere pijnlijke procedures te ondergaan zonder dat hun verdere schade wordt aangedaan. Vaak is een neveneffect het blokkeren van ander lichamelijk gevoel, en van motoriek.

De medisch specialisten die zich in het beleid van verdovingsmiddelen specialiseren, worden anesthesist[1] of anesthesioloog genoemd en hun specialisme heet anesthesiologie.

Uit opgravingen blijkt dat reeds in de 12e eeuw in een augustijnenklooster in Soutra (Schotland), verdoving werd gebruikt tijdens operaties. Hiertoe werden verdovende kruiden gebruikt. Pas na de kruistochten raakten moderne technieken, zoals verdoving door opium, bekend. Hoogstwaarschijnlijk hadden de Arabieren deze kennis op hun beurt gehaald bij de Chinezen.

Er zijn verscheidene vormen van anesthesie:

In deze tabel staan de meest voorkomende anesthesievormen.

Naam Soort Techniek Indicatie Voordelen Nadelen
Oogdruppels Oppervlakte-anesthesie (eventueel continu) druppelen in het oog Ingrepen in het oog Kort, veilig mag niet chronisch worden toegepast
Spray Oppervlakte-anesthesie lidocaïnespray in mond en/of luchtwegen Onderzoek van bijvoorbeeld de stembanden Kort, veilig
Infiltratie Lokale anesthesie Verdovingsvloeistof wordt, eventueel met adrenaline, onder de te verdoven huid gespoten Kleine wondjes, zetten van botbreuken in de pols Eenvoudig, werkt maar kort Bij grote wonden is te veel lidocaïne nodig
Infiltratie Lokale anesthesie Verdovingsvloeistof wordt, eventueel met adrenaline, in de botbreuk gespoten zetten van botbreuken bijvoorbeeld in de pols eenvoudig Niet heel effectief
Infiltratie Lokale anesthesie Verdovingsvloeistof wordt, eventueel met adrenaline, onder de keelamandel gespoten tonsillectomie bij volwassenen eenvoudig
Infiltratie Lokale anesthesie Rond de wortel van kies of tand, diffundeert door het bot tandartsbehandeling bovenkaak
Oberstanesthesie Zenuwblok Met twee prikken worden de vier zenuwtakken langs vinger of teen uitgeschakeld Ingrepen aan vingers of tenen, bijvoorbeeld aan de nagels eenvoudig nare prikken
verdoving onderkaak (tandarts) blokkade in mandibularis (onderkaak) Verdovingsmiddel waar deze takken het schedelbot verlaten
Retro- of peri-bulbairblok nervus blokkade verdoving gevoelszenuw oog Injectie langs het oog grotere oogheelkundige ingrepen
Plexus brachialisblokkade regionaal blok verdoving grote zenuwstammen in de hals ("interscalenus" voor schouder, infraclaviculair (onder het sleutelbeen) voor de elleboog, in de oksel voor de hand bij ingrepen aan de arm of hand als algehele anesthesie ongewenst is Priktechniek noodzakelijk, anders niet zonder risico
Intraveneuze anesthesie vlg August Bier Onder bloedleegte wordt verdovingsvloeistof in de aderen van bijvoorbeeld de arm gespoten relatief eenvoudig Beperkte tijd, daar de arm wordt afgebonden
Plexus lumbosacralisblokkade Lumbaal/psoasblok Ischiadicusblok (achterzijde) en femoralisblok (voorzijde); in de knieholte of in de enkel Bij pijnlijke ingrepen, ook als langdurig pijnstilling nodig is, bijvoorbeeld bij prothesegewenning[2]
Epiduraalanesthesie regionale anesthesie Verdovingsvloeistof wordt op het harde ruggenmergsvlies aangebracht mbv een ruggenprik, waarbij een slangetje wordt aangebracht Bevalling, keizersnede, operaties aan het onderlichaam en de benen bij kwetsbare patiënten of op verzoek Geen narcoserisico bij patiënt en eventueel het ongeboren kind; kan zo lang als nodig is en op elk moment afgebroken Soms liquorlekkage waardoor hoofdpijn; priktechniek nodig; verlamd onderlichaam tijdens de anesthesie (kan slecht persen!)
Spinale anesthesie regionale anesthesie Verdovingsvloeistof wordt in de liquor gebracht als epiduraal Eenvoudiger te prikken, gebied waar verdoving werkt is te bepalen met stand van het bed Niet te onderbreken of te verlengen, patiënt kan niet met hoofd naar beneden, verlamde benen zolang de anesthesie duurt.
Narcose Algehele anesthesie Meestal worden meerdere middelen toegepast: slaapmiddel, pijnbestrijding, spierverslapper Bij grotere en desgewenst bij kleinere ingrepen Risico zeer klein maar niet afwezig.

Een overzicht van anesthetica staat hieronder:

groep voorbeelden
Ethers:

di-ethylether, vinylether

Haloalkanen:

chloroform, desfluraan, enfluraan, halothaan, isofluraan, methoxyfluraan, sevofluraan, trichloroethyleen

Barbituraten:

hexobarbital, methohexital, narcobarbital, thiopental

Opioïden:

alfentanil, fentanyl, heroïne, methadon, pethidine, remifentanil, sulfentanil

Overigen:

droperidol, esketamine, etomidate, gammahydroxyboterzuur, ketamine, lachgas, propanidid, propofol, dexmedetomidine, salvinorin A en B

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Anesthetics van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.