Amerikaanse presidentsverkiezingen 2012

Amerikaanse
presidentsverkiezingen van 2012
Datum 6 november 2012
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Te verdelen zetels 270 van de 538
kiesmannen nodig
om te winnen
Opkomst 54,9%[1]
Resultaat
Genomineerde Barack Obama
Partij Democratische Partij
Percentage
Kiesmannen
51,1%
332
Genomineerde Mitt Romney
Partij Republikeinse Partij
Percentage
Kiesmannen
47,2%
206
Nieuwe president Barack Obama (D)
Vorige president Barack Obama (D)
Begin regeerperiode Kabinet-Obama
Amerikaanse presidentsverkiezingen 2012
Opvolging verkiezingen
2008     2016
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Verenigde Staten

De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012 waren de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten die op dinsdag 6 november 2012 werden gehouden. Zittend president Barack Obama won hierbij de meeste kiesmannen en werd daarmee herkozen voor een tweede termijn. Het was de 57e vierjaarlijkse presidentsverkiezing, waarin het kiescollege gekozen werd dat dan op 17 december 2012 officieel de president en vicepresident koos. De winnaar is op 20 januari 2013, zo is grondwettelijk bepaald, beëdigd. Omdat dit op een zondag viel, werd de publieke ceremonie een dag later gehouden.

Verschillende kandidaten dongen mee naar de nominatie van de Republikeinse Partij in een reeks voorverkiezingen in het voorjaar van 2012, waar Mitt Romney aan het langste eind trok.[2] Mitt Romney nam het op tegen de Democratische kandidaat en tegen eventuele andere kandidaten. De zittende Amerikaanse president Barack Obama werd door de Democraten genomineerd als presidentskandidaat.

De presidentsverkiezingen vielen samen met verkiezingen voor de Senaat en voor het Huis van Afgevaardigden. In verschillende staten werden ook gouverneurs en plaatselijke legislaturen verkozen.

Presidentskandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Vicepresidentskandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Veranderingen in het Kiescollege[bewerken | brontekst bewerken]

Verschil in stempercentages per county ten opzichte van 2008. Donkerder blauw betekent relatieve winst voor Obama, donkerder rood betekent relatieve winst voor de Republikeinse kandidaat.
De nieuwe verdeling van de kiesmannen per staat

Er was een wijziging ten opzichte van de vorige verkiezingen in de verdeling van kiesmannen over de staten. Deze verdeling was gebaseerd op de volkstelling van 2010.[3] Acht staten (Arizona, Florida, Georgia, Nevada, South Carolina, Texas, Utah en Washington) kregen meer kiesmannen toegewezen. Tien staten (Illinois, Iowa, Louisiana, Massachusetts, Michigan, Missouri, New Jersey, New York, Ohio en Pennsylvania) zagen hun aantal kiesmannen afnemen.

In de toenmalige politieke situatie zorgde die veranderingen ervoor dat de Democratische Partij netto zes stemmen verloren in staten die in de laatste verkiezingen gewonnen werden door Al Gore, John Kerry en Barack Obama, vooral in het noordoosten van de Verenigde Staten. De Republikeinen daarentegen zouden voordeel kunnen halen uit die veranderingen. De traditioneel Republikeinse staat Texas, bijvoorbeeld, kreeg er vier kiesmannen bij.

Kandidaten en voorverkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Tijdlijn van de Amerikaanse presidentsverkiezingen 2012 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Democratische Partij[bewerken | brontekst bewerken]

Zittend president van de Verenigde Staten en voormalig senator uit Illinois Barack Obama kondigde op 4 april 2011 aan dat hij zich herkiesbaar zou stellen.[4][5] Verschillende voormalige medewerkers van Obama's kabinet en stafleden van het Democratic National Committee waren officieel bezig met de campagne.[6][7] Net zoals in 2008 was Chicago (Illinois) het hoofdkwartier van Obama's campagne.[8]

Het was lang niet helemaal duidelijk of Joe Biden al dan niet opnieuw Obama's running mate zou zijn. Op het internet circuleerden allerlei berichten over buitenlandminister Hillary Clinton als Obama's toekomstige running mate.[9] Die mogelijkheid werd echter door alle betrokken partijen ontkend.[10][11][12] Op 28 januari 2012 bevestigde Obama dat Joe Biden opnieuw zijn "running mate" werd.[13]

Andere kandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Republikeinse Partij[bewerken | brontekst bewerken]

Mitt Romney, de voormalige gouverneur van Massachusetts werd op 31 augustus 2012 officieel door de Republikeinse Partij genomineerd als hun presidentskandidaat.

Andere kandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Ron Paul
Andere kandidaten

Verschillende andere personen hebben zich kandidaat gesteld voor de Republikeinse nominatie, maar werden niet uitgenodigd op de debatten:

Gary Johnson.
Roseanne Barr.

Libertarische Partij[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Gary Johnson samen met running mate James P. Gray

Andere kandidaten

Groene Partij[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Jill Stein samen met running mate Cheri Honkala

Andere kandidaten

Grondwetpartij[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Virgil Goode samen met running mate Jim Clymer

Andere kandidaten

Party for Socialism and Liberation[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Peta Lindsay

American Independent Party[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Tom Hoefling samen met running mate Robert Ornelas

Andere kandidaten

Peace and Freedom Party[bewerken | brontekst bewerken]

Genomineerd voor de verkiezingen was Roseanne Barr samen met running mate Cindy Sheehan

Andere kandidaten

Voorverkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

In de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn de voorverkiezingen een reeks primary's en caucus-bijeenkomsten waarbij zowel de Democraten als de Republikeinen hun president en vicepresident bepalen. In 2012 stonden vooral de voorverkiezingen van de Republikeinse Partij in de belangstelling, omdat verwacht werd dat zittend president Barack Obama de nominatie van de Democratische zonder veel tegenstand zou krijgen. Bij de Republikeinen daarentegen waren er verschillende kandidaten die officieel en actief meedingen voor de nominatie.

Herman Cain steeg snel in de opiniepeilingen in oktober, maar schortte zijn campagne in december op na verschillende beschuldigingen van seksuele intimidatie. De strijd om de Republikeinse nominatie kwam relatief laat op gang in 2011. In april 2011 kwam de zakenman Donald Trump veel in de media en werd hij genoemd als een mogelijke kopman in de voorverkiezingen. Op 15 mei kondigde Trump aan dat hij zich niet kandidaat zou stellen voor de verkiezingen. Newt Gingrich, voormalig voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, liet in mei weten dat hij deel zou nemen, maar zijn campagne kwam slechts moeizaam van de grond. Andere Republikeinen die hun deelname aan de race bevestigden, waren Mitt Romney en Ron Paul, die beiden al deelnamen in 2008, Michele Bachmann, Tim Pawlenty en Herman Cain.

Op 13 augustus 2011 werd de Ames Straw Poll gehouden, een traditionele informele stemming van de Republikeinen in Ames (Iowa). Afgevaardigde Michele Bachmann won de straw poll terwijl Ron Paul als tweede eindigde.[53] De dag na de straw poll kondigde Tim Pawlenty aan zich uit de verkiezingen terug te trekken.[38] De Texaanse gouverneur Rick Perry opende diezelfde dag zijn campagne nadat supporters hem opgeroepen hadden. Zijn kandidatuur werd meteen nationaal nieuws, waardoor Perry plots bij de grote kanshebbers werd gerekend.

Vanaf september 2011 werden er verschillende grote televisiedebatten gehouden, waarop Bachmann, Cain, Gingrich, Huntsman, Paul, Perry, Romney en Santorum steeds aanwezig waren. In de maanden voor de eerste voorverkiezing, de caucus van Iowa op 3 januari 2012, klommen verschillende van hen snel in de opiniepeilingen, waarna ze een voor een terug wegzakten. Rick Perry begon in de zomer van 2011 aan zijn klim en deed het erg goed in de peilingen tot begin-oktober. Zijn campagne leed sterk onder zijn debatprestaties, die erg slecht onthaald werden. Bovendien werd zijn campagne steeds meer bekritiseerd door zowel de media als conservatieven. Ongeveer gelijkertijd met Perry's val in oktober zag de zakenman en radiopresentator Herman Cain zijn kansen stijgen. In zijn campagne vergaarde hij in korte tijd veel populariteit door zijn plannen om de belastingen te verlagen, het zogenaamde "9-9-9-plan". Herman Cain kreeg echter te maken met meerdere beschuldigingen van seksuele intimidatie, die hij tijdens zijn ondernemerschap zou hebben gepleegd. Cain ontkende herhaaldelijk en wees alle beschuldigingen aan zijn adres van de hand, maar besloot op 3 december zijn campagne op te schorten. Na Herman Cain, groeide voormalig voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Newt Gingrich uit tot de Republikeinse frontrunner. In december schoot Gingrich omhoog in de peilingen, tot ver boven Mitt Romney, die steeds een relatief stabiele score haalde. Gingrichs populariteit nam halverwege december echter terug af, onder andere door Romneys gerichte aanvallen op Gingrich.

Kort voor de eerste voorverkiezing, de caucus van Iowa op 3 januari 2012, deed Rick Santorum het onverwacht erg goed in de opiniepeilingen. Hoewel Mitt Romney eerst uitgeroepen werd als de heel erg nipte winnaar van de Iowa-caucus, met slechts acht stemmen meer dan Santorum, bleek na een hertelling dat Santorum eigenlijk gewonnen had. Kandidate Michele Bachmann verliet de race na teleurstellende resultaten.[28] In de primary van New Hampshire behaalde Romney de verwachte zege. Jon Huntsman, die zijn campagne-activiteiten op New Hampshire had toegespitst, eindigde derde na Romney en Paul en besloot na afloop van de primary zijn campagne te beëindigen.[33] Op 21 januari behaalde Newt Gingrich een grote overwinning in de primary van South Carolina, onder andere door enkele sterke optredens in debatten.[54] In de belangrijke primary van Florida op 31 januari, echter, won Mitt Romney overtuigend met 46% van de stemmen. Gingrich eindigde tweede. De laatst overgebeleven kandidaten voor de voorverkiezingen voor de Republikeinse nominatie waren Romney en Paul.

Verkiezingsdebatten[bewerken | brontekst bewerken]

In de aanloop naar de verkiezingen zouden er vier debatten worden gehouden. Op 3 oktober in Denver (Colorado), op 11 oktober in Danville (Kentucky) wat een debat tussen de beide running mates zou zijn, op 16 oktober in Hempstead (New York) en op 22 oktober in Boca Raton (Florida).

Het eerste debat werd gewonnen door Mitt Romney.[55] Het daarop volgende debat, tussen de twee vicepresidentskandidaten werd gewonnen door Joe Biden.[56] Het derde debat werd gewonnen door de zittend president Obama.[57] Het laatste debat werd door Obama gewonnen.[58]

Overige kandidaten werden niet toegelaten tot de debatten; de kandidaten Jill Stein en Cheri Honkala van de Groene Partij zijn voor het Hostra-debat op 16 oktober gearresteerd toen zij toegang tot het debat probeerden te zoeken.[59]

Uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

Naam Partij Running mate Thuisstaat Kiesmannen Gewonnen staten Aantal stemmen Percentage
Barack Obama Democratische Partij Joe Biden Illinois 332 26 + DC 65 899 660 51,0%
Mitt Romney Republikeinse Partij Paul Ryan Massachusetts 206 24 60 932 152 47,2%
Gary Johnson Libertarische Partij Jim Gray New Mexico 0 0 1 275 827 1,0%
Jill Stein Groene Partij Cheri Honkala Massachusetts 0 0 468 907 0,4%
Overige - - - 0 0 556 094 0,4%
Totaal 538 50 + DC 129 132 640 100,0%

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]